Suze la Chapelle-Roobol.
Zeer bescheiden was het debuut van Mevr. La Chapelle-Roobol; haar eerste novellen, vooral in de Halve-guldens-editie der firma Slotboom verschenen, en zelfs de roman Een luchtkasteel, trokken weinig de aandacht; toch heeft het debiet van haar allereersten bundel een tweede uitgaaf toegelaten. Eerst met Nora (1887) en vooral met IJdelheid (1893) bewees zij, een karakter met kracht te kunnen schilderen, en zelfs de ruwe consequenties ervan aantedurven.
In IJdelheid wordt tegenover de verdwaasde en verouderende ijdelheid van een zwakke en daardoor bijna verachtelijke vrouw, het forsche, nuchtere, stugge van een krachtige dochter gesteld; de schrijfster is voor haar ijdele hoofdpersoon zoo onmeedoogend, dat de lezer bijna de straf erger dan de schuld vindt. De schoonmama en andere novellen, Een misrekening, Moeder en Zoon, worden in de schaduw gesteld door Hesjes Engagement en vooral door Egoïsme en De Familie de Regt, na IJdelheid haar krachtigste creaties, weer gevolgd door Schuld en Voor het oog der wereld, dat thans in het tijdschrift ‘Nederland’ verschijnt. In soberheid en evenredigheid van compositie heeft Mevr. La Chapelle onder de romanciers van ons land weinig gelijken; haar verhaal weet altoos waar het heen wil, het gaat recht op het doel af, zonder meer dan hoogst nood-