In den aap gelogeerd zijn.
Zou er verwantschap bestaan tusschen deze uidrukking en het Middelnederlandsche Apenstert, waarvan ik lees in het Woordenboek van Verwijs en Verdam, I 434:
Apenstert, znw. m. vgl. mhd. affenschwanz. Schertsende benaming voor gevangenis, vgl. onze uitdr. in den aap gelogeerd zijn. De oorsprong is mij onbekend. ‘Weert zake dat hi nyet te peynden en hadde, so zolde hi vor elk ℔ van den koere 8 daghe in den Apenstert wesen’, R. v. Zutf. 33, 118 vgl. (Var. in den stok). Eer hi wt dien Apenstert queme, ald. Een maent lang sitten in den Apenstert, 117,24.
Als men ergens in den aap gelogeerd is, dan is het zeker wel in dien Apenstert!
Dat de aap bij het volk in een kwaad blaadje staat, bewijst ook het satyrieke uithangbord, voorstellende een laars, waar een duivel, een oud wijf en een aap boven uitkomt, met het opschrift: A la botte pleine de malice, dat men o.a. even buiten de poort van Hasselt vindt, gelijk Fr. de Potter ons mededeelt in zijn Boek der vermaarde uithangborden, Antwerpen L. de Cort, 1874 p. 122. (Zie ook ald blz 48, waar sprake is van een Engelsch uithangbord, een man voorstellende, die bukt onder het gewicht van een vrouw, een ekster en een aap).
Mr. C.B.