Boekbeoordeeling.
Romans in Proza, door Dr. Jan ten Brink, Hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Uitgave boekhandel en drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden.
In een werk van plm. 40 vel royaal-8o tot den prijs van f 7.50 zullen achtereenvolgens behandeld worden: 1. Grieksche Romans. 2. Latijnsche Romans. 3. Middeleeuwsche Romans in proza. 4. Amadis-romans. 5. Herder-romans in Italië, Spanje, Engeland, Frankrijk en Nederland. 6. Schelmen-romans in Spanje, Frankrijk en Nederland. 7. Heroïsche-romans in Frankrijk, Duitschland, Engeland en Nederland. 8. Robinson - en zijn gevolg. - 9. Romans in brieven in Engeland, Frankrijk, Nederland en Duitschland. 40. Sentimenteele-romans in Duitschland en Nederland. 11. Historische-romans. 12. Humoristische-romans. 13. Psychologische-romans. 14. Realistische en Naturalistische-romans.
De schrijver stelt zich voor, de geschiedenis der voornaamste Europeesche romans te verhalen, in hoofdzaak van de romans in proza der Romaansche en Germaansche volken verder de wording en de ontwikkeling van deze kunstwerken aan te toonen: hoe de romans van lateren tijd zich aansluiten bij die uit vroegere dagen, hoe in ieder tijdvak bekende motieven op eigenaardige en oorspronkelijke wijze zijn bearbeid.
De Schr. geeft daarna karakteristiek en kritiek van de werken, die tot dusverre over dit onderwerp verschenen, die van P D. Huet (1670). Langlet du Fresnay (1734), de Bibliothèque des Romans (1775), de Mélanges Van d'Argenson (1788), Graesse (1837-1859) Karpeles (1891). Dunlop (1814), Wolff (2841), Dunlop-Liebrecht (1851), Dunlop-Wilson (1888).
De wijze, waarop hier kritiek geoefend wordt, bewijst voldoende, indien nog een bewijs noodig was, dat de schr. dit onderwerp met groote voorliefde heeft bestudeerd en veel zal kunnen zeggen, wat tot dusverre nog door niemand gezegd werd. Het doet ons daarom genoegen aan het slot van het prospectus te lezen:
‘Met eerbiediging van de groote meesters, die mij den weg wezen, zal ik pogen mijn eigen meening te zeggen in deze mededeelingen over Romans in proza. Naar historische volledigheid is mijn streven niet: de hoofdtrekken der geschiedenis van den roman in proza aan te geven, is het stoute doel, waarnaar ik streef.’
Dat is inderdaad het boek, dat we reeds lang van ten Brink wachtten. Gedurende een reeks van jaren heeft ten Brink stapels romans gelezen en besproken en dank zij zijn ongeevenaard geheugen kan hij titel en inhoud zonder fout te pas brengen wanneer hij ze noodig heeft. Ik wijs op bl. 55, 56, 57 alleen om een staaltje te geven van de uitnemende wijze, waarop de schr. zijn lectuur te pas brengt.
We verheugen ons over de verschijning van dit boek, omdat het wellicht - den lezer boeiende - het aantrekkelijke van vergelijkende literatuur, het belangwekkende der historische ontwikkeling van werken der