Kyrie eleison.
Kyrie eleison, is verlatijnscht grieksch, dat beteekent: Heer, ontferm U (onzer!) De zaak is deze:
a) De bede om ontferming:
Kyrie, eleison! (3 maal herhaald) |
Christe, eleison! (3 maal herhaald) |
Kyrie, eleison! (3 maal herhaald) |
wordt gedaan door den priester in den aanvang der Mis, na dat gedeelte, hetwelk de Introitus heet. Die negenvoudige uitroep om ontferming is, evenals andere stukken der Mis, op muziek gezet en wordt door het koor gezongen. Dit stuk muziek noemt men bij verkorting: de of het Kyrie. Zoo spreekt men bv. van een Kyrie van Beethoven enz., evenals men bijv. spreekt van een Gloria van Mozart enz. zijnde Gloria het eerste woord van den lofzang Gloria in excelsis Deo: Glorie aan God in den hooge! enz., een lofzang, die in vele Missen op het Kyrie volgt, enz.
Diezelfde bede om ontferming, maar nu niet 9, doch slechts 3 maal herhaald:
is ook de aanvang van die gebedsformule, welke men bij de R.K. eene litanie noemt, waarvan er een aantal in alle R.K. kerkboeken te vinden zijn. Daar deze litanieën in den regel lang zijn, noemt men ook iets wat lang duurt, vooral als 't eentonig daarbij is, wel een litanie, bv. van vragen, van grieven enz. ‘gebed zonder einde.’
c) Diezelfde korte bede om ontferming komt eindelijk ook voor in de zoogenaamde kerkelijke getijden of Breviergebed en bij verscheidene kerkelijke dienstverrichtingen, bijv. eene kerkwijding, enz.
Zoo is Ps. 135 (136) een Kyrie, eleison der Israëlietische gemeente.
Dus:
Kyrie, eleison, afwisselend met Christe, eleison, meer of minder herhaald is eene kerkelijke gebedsformule; beteekent: Heer (resp. Christus), ontferm U onzer! en komt voor:
1o. | in de Mis, |
2o. | in het Breviergebed, |
3o. | bij vele kerkelijke plechtigheden, |
4o. | als de aanhef van zoogen. ‘litanieën. |
Kyrie, als muzikale term, duidt de muziek aan, waarop die woorden gezet zijn, zooals zij een gedeelte der Mis uitmaken.
N.B. Als men eenmaal schrijft: Kyrië, moet men het altijd doen. Het is echter onnoodig, het deelteeken te gebruiken, daar beide woorden geheel vreemd zijn, ook in hun vorm.