Men moet geen oude palen verzetten,
geen oude instellingen en leeringen veranderen. Ook, geen oude menschen elders onder dak brengen, laten verhuizen; want dan sterven zij, naar het volksgeloof, spoedig. In Spr. XXII: 28 en XXIII: 10, waaraan men hierbij dacht, is nochtans sprake van ‘grenspalen’ of ‘grenssteenen’, die men niet, in zijn voordeel, verzetten mocht onder Israël (vgl. Deut. XIX: 14, XXVII: 17), met oogmerk om een deel van den akker zijns buurmans wederrechtelijk zich toe te eigenen. Derhalve, op den klank af, aan den Bijbel ontleend.