Laksheid,
slapheid, die uit onverschilligheid voortkomt, wordt dikwijls met dit laatste gecombineerd, 't Lat. laxitas beteekent ruimte, wijdte; 't werkw. laxare o.a. 't geen strak zit, losser maken. Ten onrechte schrijft men wel ‘lakschheid.’ Komt in de Woordenlijst van De Vries en Te Winkel niet voor. Men spreekt ook van eene lakse houding; lat. laxus.