in een der werken van Potgieter niet juist zoo'n figuur? In welke eeuw verplaatst ons Elisabeth Musch? Welke roman speelt in de 14e eeuw? welke in de eerste? Wie was dan Massa?
II. Gelezen werd: Over Poot van Cd. Busken Huet (Oud en Nieuw, 1e bundel, bladz. 361).
Er bestaat een Poot der overlevering. Wat beteekent dit? Bestaat er dan ook nog een andere Poot? Welk vreemd woord kent ge voor overlevering? Welk bijvoegl. naamw. is van traditie gevormd? - reg. 7. Wat is de wereld der fictie? Welk bijvoegl. naamw. is van fictie gevormd? Wat is een bedevaart? Wat beteekent vaart (varen) in deze samenstelling? Geef eens andere voorbeelden, waarin varen ook gaan beteekent. Wat beteekent vaar in onvervaard? - reg. 8. Wat beteekent zij hebben wil van de reis gehad? ‘Zij kwamen, zagen en vondenden poeët’ waaraan doen deze woorden u denken? Hoe noemt men zulke woorden? Kent gij ook gevleugelde woorden uit dezen tijd? Wat is een leuze? Hebt ge weleens van een verkiezingsleuze gehoord? reg. 12. Om de Grieksch-mythologische taal van dat tijdperk te spreken. Wat is mythologische taal? Is er nog een andere mythologie dan de Grieksche? Noem eens eenige uitdrukkingen aan de mythologie ontleend. Wat is een Sisyphus' arbeid? Wat een Procrustes' bed? Wien noemt men een Maecenas; wien een Nestor? reg. 22-26. Wat is belezen? Wat wordt er bedoeld met het Zanggodinnendom? Kent ge de namen der Muzen? Wie was Kleio, wie Terpsichore? Wat is het verschil tusschen godin en godes? Wie was Ceres, wie Pomona? - reg. 8 v.o. Uit louter kuren. Wat zijn kuren? Kan kuur ook een andere beteekenis hebben?
Spraakkunst. Ontbind reg. 22-26 in enkelv. zinnen. Dat het zich bij den ploeg liet voeren, tot welke woordsoort rekent ge dat? Tot welke in: Ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij sterven? Hoe kan een bijvoegl. bijzin met den hoofdzin verbonden zijn? Kan de bijvoegl. bijzin ook zonder verbindingswoord bij den hoofdzin staan? Wat is het verschil tusschen een beknopten en een onvolledigen zin? Wat voor een woord is misschien? Hoe is het gevormd? Noem eens afgeleide bijwoorden. Welke achtervoegsels gebruikt men bij de vorming van bijwoorden? Geef eens voorbeelden, waaruit blijkt, dat een bijwoord een naamvalsvorm is van een zelfst. naamw. of een bijvoegl. naamw. Waarvan is het bijwoord slechts gevormd? Wat beteekende dat bijvoegl. naamw. slecht? Noem eens meer woorden, wier beteekenis veranderd is. Schrijft ge langzamerhand als één woord of niet? Waarom? Tot welke woordsoort rekent ge zeker in Zeker man? Tot welke soort van woorden kan zeker ook behooren?
Letterkunde. Van welke dichters der 19e eeuw hebt ge iets gelezen? Wie heeft de werken van da Costa uitgegeven? Onder welke pseudoniem heeft Hasebroek geschreven? Wie hebben ons uitgaven bezorgd van Staring, Vondel en Bilderdijk? Wat was da Costa's laatste gedicht? Hoe noemt men een laatste gedicht? Hoe eindigt de Slag bij Nieuwpoort? Wie heeft het Wilhelmus gemaakt? Welke werken schreef Marnix?