Noord en Zuid. Jaargang 19
(1896)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |
De kroon spannen.Het zou nimmer bij mij opgekomen zijn, eene verklaring te geven van bovenstaande uitdrukking, die ik algemeen bekend veronderstelde, indien mij niet voor eenigen tijd een zeer curieuse verklaring onder de oogen ware gekomen van R.J. Kortmulder. Deze verklaring komt voor in School en Studie, maandschrift voor opvoeding en onderwijs, 17de jaargang no. 1. De heer Kortmulder begint met te zeggen: vrij algemeen is het bekend, dat spannen de beteekenis heeft gehad van sluiten. Die wetenschap is noodig ter verklaring van de uitdrukking: de vierschaar spannen, eene koe de achterpooten spannen, spannevoeten, spannevoets over eene sloot springen. Evenals een goochelaar begint met het publiek om den tuin te leiden, door op handige wijze iets weg te moffelen, zoo tracht ook de heer Kortmulder zijne lezers te bedotten (misschien zich zelf ook) door hun iets wijs te maken, dat te eenen male uit de lucht gegrepen is, doch waarop zijne geheele verklaring steunt. Waar toch komt spannen voor met de beteekenis van sluiten. Voorbeelden haalt de heer Kortmulder niet aan en dat ware toch niet overbodig geweest - doch hij had hiervoor een goed motief: hij kon geen enkel voorbeeld bijbrengen, met den besten wil der wereld niet. Spannen had in 't Oudhgd. reeds de beteekenis, die het thans nog heeft, benevens eenige andere, doch niet die van sluiten, vgl. Oscar Schade Altd. Wtb. p. 847 i.v. In 't Mnl. had spannen, behalve de beteekenis, die wij er aan hechten, die van: binden, knevelen, vastmaken, bevestigen, in boeien slaan - doch nimmer sluiten. Kiliaan geeft slechts op: spannen = tendere, intendere, contendere, doch behalve deze beteekenissen had het in de 17de eeuw ook nog die van binden. Zoo: bij Hooft, Ned. Hist. uitg. Ned. Klass., pag. 27. bij Vondel, Roskam, vs. 55; bij beiden in de uitdrukking vangen en spannen. bij Bredero in 't Moortje, bladz. 23. De moeders zijn wel sot, die hare kleine kind'ren
So rijghen, dat sij haar het wassen gants vermind'ren,
En dwinghen 't teere wicht in een ghebootste lijf
Van blick of loodt benaydt; in harde steeckel stijf
Daar gaan de wichters in benepen en ghespannen.
| |
[pagina 212]
| |
blad. 13: Twas wonder om te sien hoe dat die fraye mannen
En al dat Krijghs-volk haar so klackeloos liet spannen.
Van sulck gorle goy (= uitvaagsel, schuim).
Ook in de door den heer Kortmulder aangehaalde uitdrukkingen, althans in de drie laatste, beteekent spannen binden: eene koe de achterpooten spannen = een koe de achterpooten samenbinden bij 't melken; spannevoeten = met gebonden of gesloten voeten zich over den grond bewegen; spannevoets of, zooals bij Kiliaan staat, spanvoets springen = junctis pedibus saltare = met samengevoegde, met samengebonden of gesloten voeten, d. i aaneengesloten voeten springen. Beteekent dus toch spannen sluiten? Ja - of eigenlijk aaneensluiten, doch deze beteekenis is van den allerlaatsten tijd en bepaalt zich alleen tot deze twee uitdrukkingen, of beter gezegd: men doet niet meer, wat men vroeger bij dit spelletje van spannevoeten of spannevoets springen deed - toen bond men de voeten aaneen, thans houdt men ze eenvoudig bij elkaar - doch het spelletje behield zijn naam. Het is dus verkeerd, hieruit te concludeeren, dat spannen sluiten beteekent of beteekende, in ieder geval nog aaneensluiten en die beteekenis kan de heer Kortmulder niet gebruiken. Doch hooren we, wat hij verder zegt. ‘De kronen der vorsten waren oudtijds vrijwel van hetzelfde model: een open haarband met fleurons (verhooging en versiering van den haarband). Alleen keizers sloten de kroon. Naderhand sloten ook de koningen van Frankrijk en van Engeland hunne kronen, daarmee te kennen gevende, dat zij voor niemand in macht en aanzien behoefden te wijken; dat boven hen niemand stond. Dit sluiten geschiedde door in den haarband eene kap te bevestigen of door minder of meer gebogen diademen over den haarband te plaatsen in de richting der middellijn.’ Doch laten we ons niet verder bezig houden met de verklaringen van den heer Kortmulder: wie kan een glimlach onderdrukken, wanneer hij deze naieve woorden leest, die mij herinneren aan de etymologieën van Johannes Goropius Becanus. Om de ware verklaring te vinden van de kroon spannen, dienen we het Mnl. Wdb. van prof. Verdam op te slaan. Zooals ik reeds boven opmerkte, beteekende spannen in 't Mnl. binden, vasthechten en crone,Ga naar voetnoot1) kroon of krans als hoofdsieraad. | |
[pagina 213]
| |
De kroon dient men zich voor te stellen als een band met daarop aangebrachte versierselen. Dat kroon ook krans beteekende en nog beteekent, blijkt uit: eikenkroon, burgerkroon, eerekroon, zegekroon, pinksterkroonGa naar voetnoot1) enz. Werd iemand een kroon of krans op 't hoofd geplaatst, dan was dit een teeken, dat hij uitstak boven de anderen, hetzij in moed of deugd, hetzij door lichamelijk schoon. Eene bruid droeg een kroon als zinnebeeld harer maagdelijke reinheid - ook heiligen droegen crone. Crone draegen was dan ook in 't Mnl. een veelvuldig voorkomende uitdrukking en beteekende: boven anderen uitmunten, de eerste zijn in eer en aanzien, door deugd of schoonheid. Hiernaast stond de uitdrukking crone spannen met gelijke beteekenis, want niet alleen hij, die crone droech, ook hij of zij die crone spien muntte boven anderen uit; immers alleen hij, die groot of machtig was, alleen hij, die zelf een buitengewonen moed getoond had te bezitten, of alleen zij, die buitengewoon schoon was, bezat het recht anderen te bekronen, te bekransen, crone te spannen wegens moed, deugd of schoonheid. Een enkel voorbeeld: DoeGa naar voetnoot2) seide die grave Roelant:
Wi zijn boden tot u gesantGa naar voetnoot3),
Ende comen van den conine van Vrankrike,
Dat gi croont Lodewike:
EnsGa naar voetnoot4) niemen so edel no so scone.
Renout van Montalbaen, vs. 72.
Si es die scoenste creature,
Die leeft onder des hemels trone;
Si ware wel weert te spannen crone,
Al waert een coninc van VrankerijcGa naar voetnoot5).
Gloriant, vs. 456.
| |
[pagina 214]
| |
Deerste (gemalin van den graaf) was
weert te spanne crone van scoonhedenGa naar voetnoot1)
Vlaamsch Rijm-Kroniek, vs. 9010.
Onse coninc brincse met hem ende sal haer
Spannen crone in sinen oversten trone.
Lekenspiegel 57, 80.
Uit al deze voorbeelden blijkt, dat hij of zij, die waard was te spannen crone, moest uitmunten door 't een of ander. Ook uit de volgende plaats blijkt duidelijk de oorspronkelijke beteekenis van crone spannen. Och dochter, ghy syt van goede rijckGa naar voetnoot2)
Ende van lichaem alsoo schoone;
Ghy moocht wel alle daghe spanne
een vergulden crone. -
Baghijnken van Parijs 7, 133.
Uit deze oorspronkelijke beteekenis van iemand tooien met de zinnebeelden der overwinning, hem den zegekrans opzetten, m.a.w. erkennen, dat hij, dien men tooit, boven anderen uitmunt, ontwikkelde zich die van zelf boven anderen uitmunten, waartoe de zeer vaak voorkomende uitdrukking crone dragen meewerkte. Ook hiervan een voorbeeld: Joncfrouwe al van den herten mijn: in mijn herte soo spandi
crone.
Boerden VII, 3.
Jhesus is een kijndekijn scoon; in reinen herten spant hi croon
(is hij heer en meester, staat hij hoog aangeschreven).
N. Geest. Lied. 191, 1.
Gi selt cortelingen met payse comen then hemelschen lone, daer
gi met ons selt spannén crone.
Lulg. III, 390.
Ik geloof niet, dat het noodig is, er nog iets aan toe te voegen. Wie door den heer Kortmulder mocht begoocheld wezen, zal nu wel ontgoocheld zijn. Zalt-Bommel. H. Beckering Vinckers. |
|