Noord en Zuid. Jaargang 18
(1895)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 357]
| |
Stylistische overwegingen.V.Het is merkwaardig, hoe zeer het gevoel voor het verschil in beteekenis tusschen de woorden oorzaak, reden, grond en middel begint af te nemen. Niet zelden worden deze, ook door geoefende schrijvers, met elkander verward. Men oordeele slechts: ‘De oorzaak (lees: het middel), waardoor men zich in deze gemeente (Westellingwerf) toch heeft kunnen redden, wijst op een ander lijden, waaronder vele Friesche gemeenten tegenwoordig gebukt gaan. Men heeft de begrooting sluitend kunnen maken door den post “jaarwedden van onderwijzers” met f 2500 te verlagen, daar dit bedrag door de veelvuldige en langdurige vacatures in 1894 kon bespaard worden.’ (Vragen des Tijds, Dec. 1894, blz. 236.) ‘Juist het gebrek aan bewijsplaatsen is de reden (lees: de oorzaak), dat in het artikel van Dr. Verdam hier en daar eene onjuistheid is binnengeslopen.’ (Tijdschr. der Maatsch. van Lett. XII, blz. 251.) ‘Er was geen reden meer om gescheiden van elkaar te leven. Haar gezondheid en kracht keerden weer (lees: waren teruggekeerd), het buiten zijn werd nu denkbeeldig (lees: was nu doelloos): eer had zij grond (lees: eer kon het voor haar een oorzaak worden) om er te verkwijnen.’ (Nederl. 1894, No. 10, bl. 155.) Fouten, zooals in het eerste en derde voorbeeld, komen weinig voor, maar het gebruik van reden voor oorzaak is zeer algemeen. In overeenstemming daarmee vindt men ook telkens waarom voor waardoor, omdat voor doordat gebruikt, bijv.: ‘In een voorbericht verhaalt de auteur, waarom dit tweede deel van zijne “Geschiedenis van het Christendom” zes jaren na het eerste verschijnt. Verhuizingen van de eene standplaats naar de andere, practische arbeid enz. zijn van deze vertraging de oorzaken.’ (Tijdspiegel 1894 No. 11, blz. 348.) | |
[pagina 358]
| |
‘Wat heeft de keuze van dokter Frits bepaald? Een weinig schijn. Nu is hij dood-ongelukkig geworden, niet omdat de huwelijksinstelling niet deugt, maar omdat hij niet goed uit zijn oogen heeft gekeken.’ (N v.d. Dag.) ‘De grondstof voor deze soort van arbeid is daar ruim voorhanden, omdat de boomen daar aangeplant worden en goed gedijen.’ (idem) Het meest van al hoort en leest men de uitdrukking: ‘dat komt (kwam), omdat’, bijv.: ‘En 't geld? - Ja, dat komt er ook, maar langzaam, druppelsgewijze. Zit'm dat in die tegenstanders? - Neen, dat komt omdat de menschen er niet genoeg van weten.’ (N. Rott. Ct). Strikt genomen, zegt de Schr. hier, dat het geld er komt, omdat de menschen niet genoeg met de ‘Israëlitische kindervoeding’ bekend zijn, terwijl hij juist wil zeggen, dat het niet of althans niet in voldoende mate vloeit, doordat de zaak te weinig bekend is. ‘Aanvankelijk zocht ik hulp bij de gediplomeerde geneesheeren, doch zonder gevolg. Ook was mijn vertrouwen in hen zeer gering. Dit kwam, omdat mijn moeder, die tientallen jaren ziek en ellendig geweest was, ons steeds voor de dokters gewaarschuwd had.’ (De nieuwe Geneeskunde, naar het Duitsch van Louis Kühne, blz. 6.) Ook is het geen ongewoon verschijnsel, te lezen dat iets om een oorzaak gebeurd is, zooals in de volgende aanhaling: ‘Niet iedere man of vrouw vindt een eega naar zijn of haar zin; er is een zekere overeenstemming in vele eigenschappen noodig... Om deze en vele andere oorzaken ziet men in onze moderne maatschappij tal van mannen en vrouwen, voor wie de maatschappelijk gewettigde sexueele omgang een onmogelijkheid is.’ (Wetensch. Bladen, Dec. 1894 blz. 369.) Hier zou kunnen staan: door deze en vele andere oorzaken Veel eenvoudiger had de Schr. zich echter kunnen uitdrukken door te zeggen: ‘Om deze en vele andere redenen blijven tegenwoordig vele mannen en vrouwen ongehuwd.’ Waarschijnlijk heeft de Schr. om met oorzaken in verband gebracht doordat hij aan redenen dacht en oorzaken schreef. In het algemeen is de verwarring der genoemde zelfst. naamww. en voegww. een gevolg van hun nauwe verwantschap. Bij het spreken kost het daardoor menigeen veel moeite ze uit elkaar te houden. Onder het schrijven heeft men echter meer tijd om na te denken en kan met eenige oplettendheid gemakkelijk deze fout vermijden. | |
[pagina 359]
| |
VI.Het volgende bericht, overgenomen uit een Indische courant (De Locomotief), zal zeker niemand om den stijl bewonderen. ‘Den radja wil de directeur (Scherer) vervallen verklaren van den troonGa naar voetnoot1) en met zijne bloed- en aanverwanten uitsluiten van elk gezag; voorloopig zou hem ergens een bepaalde verblijfplaats moeten worden aangewezen De vroegere inlandsche ambtenaren moeten worden afgezet en worden vervangen door vertrouwbare personen. De Sasaksche, uit het volk gekozen hoofden moeten echter worden behouden en goed worden betaald. Niet al te spoedig moeten belastingen geheven worden, ten minste geen nieuwe belastingen Het rechtswezen moet onder ons onmiddellijk toezicht worden gebracht.’ Het is, alsof de Schr. er op uit is geweest, het hulpwerkw. van den lijdenden vorm in een kort bestek zoo dikwijls mogelijk te pas te brengen! Anderen daarentegen vervallen in het andere uiterste door het na modale en daarmee synonieme werkwoorden geregeld weg te laten Bijvoorbeeld: ‘De kieswet moet eerst afgedaan.’ (De Standaard.) ‘Art. 1 van ons Program is niet weg te cijferen. Maar zoo ge dit gingt opvatten, alsof niemand onder ons verkeeren kon, dan die de Gereformeerde belijdenis is toegedaan, dan moet dit ontkend.’ (id.) ‘Afgezien van het te verkiezen stelsel, mag niet uit het oog verloren, dat het arbeidspensioen òf geen ingang vindt, òf het zal in de eerste veertig jaren beduidend kosten.’ (l. òf in de eerste veertig jaren zeer veel zal kosten (idem.)Ga naar voetnoot2) ‘Financieel echter, dat mag niet verzwegen, zouden de gevolgen der voorgestelde schoolwetswijziging beteekenend (l. belangrijk) zijn.’ (De Tijd.) ‘Komen werkelijk mishandelingen in krankzinnigengestichten voor, dan behooren die gestraft langs wettigen weg.’ (Alg Handelsblad) ‘Laat er bij gezegd, dat, door het tusschen en achter de potten en glazen plaatsen van palmen en groen, de stijfheid (l. eentonigheid) bijna geheel is gebroken.’ (N. v.d. Dag.)Ga naar voetnoot3) | |
[pagina 360]
| |
‘Dat “Hoorders” had niet door “Lezers” vervangen gekund.’ (Taal en Lett. III, 307.) Zij, die zoo schrijven, schijnen de weglating van het hulpww. te beschouwen als een gewenscht middel om den stijl meer kracht te geven. Er is in dat opzicht wel wat vòòr te zeggen, als namelijk het weggelaten woord aan de verstaanbaarheid van den zin niets toe- of afdoet. Maar ditzelfde geldt in vele gevallen ook voor de andere hulpww. Schreef iemand bijv.: ‘De persoon, die dit gezegd, zal het het best kunnen verklaren’, of: ‘Hoewel dit gedicht reeds meer dan eens verklaard, is het mij nog altijd niet duidelijk’, dan zou iedereen de bedoeling wel begrijpen; maar deze schrijftrant is niettemin te veroordeelen, omdat zij geheel in strijd is met de spreektaal. Om dezelfde reden heeft de weglating van worden voor mij iets stuitends. Weliswaar staan de gevallen niet geheel en àl gelijk, want het komt inderdaad soms voor, dat men ook bij het mondeling gebruik der taal de onbep wijs van worden na een modaal werkwoord weglaat; maar dit geschiedt alleen, als men ‘kort aangebonden’ is of in der haast iets zegt. Zoodra men met eenig overleg zijn woorden kiest, maakt men zijn zinnen behoorlijk af. Daar nu van den schrijver van een tijdschrift-, of couranten-artikel kan verwacht worden, dat hij zijn gedachten maar niet neerschrijft, zooals ze hem invallen, maar ook aan den vorm, waarin hij ze giet, eenige zorg besteedt, en daar dit ook uit zinsbouw en woordenkeus gewoonlijk (hoewel niet altijd!) blijkt, is er iets onnatuurlijks in het opzettelijk achterwege laten van een woord, dat toch iedereen er bij denkt. Vooral is dit het geval, wanneer de weglating plaats heeft na de woorden dienen en behooren, die in de beteekenis van moeten in het dagelijksch gesprek niet gebruikt worden. Ten bewijze van het gevaar, dat er ligt in de neiging om alles, wat niet bepaald tot recht begrip van de bedoeling des schrijvers noodig is, weg te laten, geef ik nog den volgenden zin uit een ingez. stuk in Het Nieuws v/d. Dag: ‘Wij hebben lieden noodig, die het Nederlandsche gouvernement goed op de hoogte brengen van de toestanden in de kolonie, en geen lieden, die, door niet voldoende ingelicht, de zaken in een geheel ander kleed stoppen (!), dan waarin zij werkelijk passen.’ Had deze penvoerder zelf zijn gedachten toch liever in een ander kleed gestopt! In het thans door hem gebruikte passen zij niet, dat is zeker. | |
[pagina 361]
| |
VII.Terwijl hierboven sprake is van het ‘stoppen’ van gedachten in een kleed, welk beeld althans de verdienste der oorspronkelijkheid heeft, leest men anders vaak van het kleeden van gedachten, van een denkbeeld of iets anders in een vorm, bijv.: ‘Wat den vorm betreft, waarin sommige spreuken gekleed zijn, zou het wellicht aanbeveling verdienen, minder gebruik te maken van vreemde woorden.’ (Tijdspiegel 1894 No. 11, blz; 351). Op dezelfde bladz, staat echter: ‘.... de lezing van het werkje zal, ook wegens den aangenamen vorm, waarin de daarin uitgedrukte gedachten en waarheden gegoten zijn, groot nut kunnen stichten.’ In dezen zin is de beeldspraak in orde, maar nu stuit men weer op de woorden waarin en daarin, die bijna onmiddellijk in de gedachten en waarheden daarin uitgedrukt (of: gegoten) zijnGa naar voetnoot1). C.J. Vierhout. |
|