Naschrift.
In het Rapport der Commissie komen o.a. deze regels voor:
‘Verwarring van het onderwerp met het voorwerp, zelfs in hoogst eenvoudige zinnen, (bijv. Een ieder gunde Hendrik zijn bruid; Hendrik onderwerp, bruid lijdend voorwerp, een ieder belanghebbend voorwerp) behoorde niet tot de zeldzaamheden.
Dit verdient nadere toelichting; de zin is zóo inderdaad goed ontleed, maar de examinator wenschte den zin in de meest voorkomende beteekenis opgenomen te zien.
De zin kan hgd. luiden:
Ein jeder gönnte Heinrich seine Braut
Einem jeden gönnte Heinrich seine Braut
Ein jeder gönnte Heinrich dessen Braut
Einem jeden gönnte Heinrich dessen Braut.
Maar de bedoeling zal (overeenkomstig den wensch des examinators) wel gewoonlijk zijn: Een ieder gund' aan Hendrik zijne (diens) bruid.
In het Verslag der bespreking van de werkjes van den Hertog en Lohr door den Heer C. van Riet lezen we:
Het is af te keuren het grammatisch taalonderwijs aan het leesboek vast te knoopen. Die meening heeft eene heele geschiedenis. Reeds in 1823 liet Jacotot een boek verschijnen: de Moedertaal vastgeknoopt aan het leesboek. Dit denkbeeld werd later uitgewerkt o.a. door Kellner, Otto, Kehr, maar alle drie zijn langzamerhand tot eene andere meening gekomen. De methode is in Duitschland gevallen.
We veroorloven ons daarbij de opmerking, dat naast Kellner, Otto en Kehr (het werk van laatstgenoemde werd in den 1en jaargang van dit Tijdschrift van hoofdstuk tot hoofdstuk behandeld) behoort genoemd te worden: Wurst, wiens Praktische Sprachdenklehre reeds in 1885 den 62en druk beleefde. Kellner's Practischer Lehrgang had het in 1886 eerst tot een 14n druk gebracht.