Nieuwe Wegen. Jaargang 4

Gedachten.

Indien men zijn eigen geluk niet betrachten kan, hoe kan men zoo vermetel zijn te betrouwen dat anderen, die er geen het minste voordeel in vinden, het voor u zullen doen?

De aarde is het rad van de fortuin waaraan slechts de onrechtveerdigen en de ikzuchtigen zich zonder wroeging vastklampen.

Groote schreeuwers hebben veel kans door de wereld te gaan zonder kommer, omdat ze door hun verwaand optreden de ootmoedigen en de vreesachtigen verpletteren.

Wees matig in uwe woorden, want eensdaags kunnen deze tegen u getuigen door den mond van een ander.

Met holle zinsneden blaast men geen forten aaneen en met schoone beloften gooit men niemand builen.

[p. 154]

Oordeelt niet met lichtzinnigheid, want zulk oordeel is voorbarig en dus onrechtveerdig of onjuist.

Een gegeven woord is meer weerd dan goud, want dit kan men verliezen en terug winnen, terwijl het breken van een gegeven woord onherstelbaar is.

Wie veel spreekt, denkt weinig; wie veel denkt, zegt weinig.

Zoo zeg ik u dat ‘draaiers’ hatelijk zijn, omdat ze hun overtuiging verkoopen voor geld en hun patroon Judas is, die zijn meester leverde voor een handvol zilver.

In uwe jonkheid worden uwe ondeugden als gebreken aanzien; in uwen ouderdom zijn uwe gebreken, ondeugden.