kruipende ranken, met krulhoorntjes en donkergroene naaldebladjes, die in korten tijd een bloemhof uitmaken, van kwistig-gezaaide, kleine, purperroode vlinderbloemtjes.
En dan volgt de rijpdom; ranken en bladeren mijteren op, doch al over de vrucht hangt nu een net van geelgeworden onkruid, zwaargeladen met ontelbare zwarte peultjes, vol kleine, ronde, zwarte, zaadjes en onder dit geel en zwarte net ligt de vrucht versmacht en graanloos, gedood in de grepe van heuren aartsvijand.
Ge kunt begrijpen, hoe sekeur de boeren hun zaaigraan van krokke zuiveren en die vuiligheid van kant maken.
Krokkezaad is gekend als duivekost, doch ja, dat was goed en wel, ten tijde dat de boeren nog zwart brood aten, maar sedert men te lande klare terwe bakt, zijn de duiven ook zindlijker geworden en verkiezen ze schoon, klaar graan boven die zwarte bollekes.
Zoodat er maar weinig goede kanten aan krokke te vinden zijn; 'k heb slechts één maal in mijn leven een luttel goeds uit haar weten voortkomen.
Op een boerenhof ondervond de baas, dat hij, stil-aan, een klein beetje teenegaar, dag-in, dag-uit, bestolen werd. Op niemand kon hij zijn achterdenken laten vallen, want de dief was boos lijk een oude duivel.
Dat duurde nu al een tijdje, tot op zekeren dag een der werkmans, al klappen aan tafel, bitter kloeg, dat zijn bakker hem kavezwart brood leverde van klare terwe.
Dat was een lichtstraal voor den boer. In een-twee-drie was hij bij den bakker, die hem verzekerde dat hij niet kon raden wat aardig meel de werkman hem bracht, doch dat het veeleer krokke was dan terwe.
En nu kwam alles van zelfs te berde, na een dag wakens. De boer had immers krokke, zaad en klein graan - dat hij uit de zaaiterwe zifte, - doen malen voor zijn beesten; de zak stond gerievelijk open tegen het zoldergat en de vrouwe van den werkman, die soms wat in huis hielp futteren, meenend een goede vangst te doen, schepte baktjes uit den malingzak en verdook die in de lochtinghaag; haar vent haalde die 's avonds uit en vergaarde, tot hij een fatsoenlijk klutske had om naar de bakkerij te dragen en daar!...
Zoo greep de krokke den dief, al had ze geen krulranken meer.
Warden OOM.