Twaalf schadelijke Planten.
Smerte { Polygonum hydropiper
Smerte { Percicaria Acris
VI
Sprekende van gezapige onkruiden, zouden we de kroon mogen geven aan de ‘Smerte’; dat is nu oprecht 'n braaf onkruid: de kwezel van de onkruiden. Ziet eens, waar ze woonst kiest: in uitgedroogde dijken - en daar staat ze te vreden en gelukkig - en ze eet en ze drinkt er, in dien milden grond, dat ze vet staat als een slekske.
In stille zomers huizeniert ze er zóó wel en stelt ge het zóó goed, dat ze heel haren dijk plompende vol groeit, doch in natte zomers kantelt ze om en wordt ze overstroomd - en dan kermijtelt ze, zoodat haar kop mede drijft met den stroom van het water, wijl ze met haar bovenstje bladjes te zwaaien en te zwemmen ligt, lijk een drenkeling, die zijn armen boven water slaat en den kop uitheft en moord! roept.
Dat komt er van, van op gevaarlijke plaatsen te wonen. Doch de smerte doet lijk de bewoners van vuurbergstreken, zoohaast het gevaar wijkt, slaat ze weerom haar tent op.
Onder alle onkruiden gelijkt smerte best op tronkwilge; heur bladeren hebben even den vorm van wilgebladeren, doch ze verschillen van kleur, vooral als ze gulzig opgroeit.
In magere gronden blijft ze klaarder - en dan zou men haar soms voor echte tronkwilge nemen, vooral in groote droogte, indien ze niet merkelijk korter bleef dan wilge - en geen zaad droeg, wat wilge altijd mist.
Even als onder de wilge, vindt men smerte die in het water groeit en andere, die den akker verkiest.
In dijken en zampers, op natte stukken, land en verwaterde kanten, groeit de soort, welke men watersmert noemt; daar zwelt ze wijd en breed open, met donkergroene wilgebladeren - en als ze nu in de fleure van haar leven is - en in vreugde en wild genot, in de zomerzon te lachen staat, dan krijgen haar bladjes zwarte spotten, lijk uitloopende tranen, die op haar vallende, vlek mieken; doch tranen op, tranen neer, ze druipt zij toch niet - al noemt men haar smerte, juist om die tranen die heur bladjes bevlekken - maar ze leeft vrij en los - en het is te peizen, dat die vlekken eer uitslag van weelde zijn, precies lijk de peerden in koekaasjes komen, als ze wel groen eten 's zomers - en oploopen.