Meester Vronck was dan ook sedert ettelijke maanden overtuigd, dat hij, kost wat kost, een anderen hemel moest ontdekken, waaruit de opgaande zon van zijn talent glansrijk de ondankbare wereld zou bestralen.
Als hij soms mijmerend en dubbend in zijn studeerkamer zat, gebeurde het wel eens dat zijne droomerijen eene richting volgden, die allengs meer dezelfde was. ‘Waarom zou ik nu toch acht jaar hoogeschool hebben gedaan, mompelde Marcel, tenzij om te spreken? Spreken moet ik, dat is mijne bestemming!’
Daar er nu geene plaats is, waar meer, te pas of ten onpas, gesproken wordt dan in de Kamers, bleef den spraaklievenden advokaat geen ander ideaal dan de zuilen van het Parlement. Maar hoe daar aangeland? ‘De sociale kwestie!’ zei Marcel op zekeren avond. En de inval was zoo onverwachts, de gedachte zoo buitengewoon rijk, dat de gelukkige vinder de vuist op den lessenaar liet nederbonzen tot groote opschudding van den met stof bedekten ‘Code civil’ die daar sinds geruimen tijd in onverstoorde rust voortsluimerde.
Sedert dien heugelijken avond was Marcel Vronck democraat-socialist. Zijn gestarnte had hem goed voorgelicht. Geen maand was er verloopen, of de verdediger van weduwen en weezen was de meest gevierde redenaar van al de politieke herbergen.
Een zeker talent kon men den toekomstigen redenaar niet ontzeggen en hij, zeker van zijn spoor en met het oog op de eerstvolgende kiezing, gaf tijd en krachten ten beste voor het heil van den verdrukten werkman en het kapotmaken der verkankerde maatschappij.
Ravaux begon geweldig voor zijn eigen invloed te vreezen, maar doortrapt als hij was: ‘Van een mededinger een bondgenoot maken, dacht Frans, ten minste voor de toeschouwers. Maar verder, ieder voor zich zelf, slim tegen slim, zonder gedruisch. Die advokaat wordt mijn speelbal, al beeldt hij zich in, dat hij met mijn bolleken kaatsen zal!’
***
- Een partij, die zich niet beweegt, slaapt; en een partij die slaapt, sterft! Wij liggen al te lang stil, zei Vronck tot Ravaux, 't is een geheel jaar....
- Ja; maar onze zaken gaan vooruit; onze optochten waren schitterend, ons ledental klimt, klimt; we zijn acht honderd.
- Er wordt geklaagd over de gedurige geldstortingen, en gevraagd, dreigend gevraagd, wanneer er nu ook verbetering gaat komen in de arbeidsvoorwaarden en de fabriekreglementen.
- Wat wilt ge dan?
- Nog eens 'n staking probeeren.