Overal waar Mijnheer Van Haecke voorbijtrok, liet hij vrienden na die meermaals, in allerlei omstandigheden, beroep deden op zijnen geest en zijn hart, op zijnen geest die fijn kon hekelen, op zijn hart dat altijd fijn-gevoelig was.
Volgen eenige dichtjes aan dergelijke omstandigheden ontleend:
Op 19 October 1864, bij het inhuldigen van Z.D. Hoogw. J.-J. Faict als bisschop van Brugge, plaatste Mijnheer Van Haecke, boven zijne deur het bisschoppelijk wapenschild waarin prijkt een kruis met een hart daarop, en daaronder dichtte hij:
Een hert om mijn God en mijn Bisschop te minnen,
Een kruis om er mede den Hemel te winnen.
Op de intrede van Eerw. Pastoor Ruyssen in St. Jacobs, 27 Juni 1867, boven de dischkamer van Francis Franchois stond er:
Gelijk hij tot Oostende dede
Deelt hij hier zijn broodje mede
En gelijk op Sint Salvators
Deelt hij somtijds ook pataters,
Blijft maar gaan bij Cissen.
Op 30 October 1871, te St. Pieters-op-den-Dijk, stond, boven den biechtstoel van den nieuwen Pastoor E. Heer Veys, dit jaarschrift:
MIJnheer VeYs sChenkt hIer VergIffenIs
ALs De bIeChteLIng In regeL Is.
Opschrift voor meester Vandenweghe, ter intrede van den Eerw. Heer Demeulemeester, als pastoor te Alveringhem, februari 1880:
Terwijl als orgelist ik op den orgel speel
Als koster zing ik: Amen.
Als burger dezer plaats wensch ik den Pastoor veel
Op 6 Juli, octaafdag van St. Pietersfeest 1881, voor Hoogeerw. Heer Kanunnik Petrus De Brabandere, toen Vicaarheer:
Sint-Pieter is een Heilig man
Zoo groot, zoo machtig en zoo brave
Dat men zijn feestdag vieren kan
Met eene solemnele Octave