Tegen den middag ontwaakte Bull en zocht, grommend naar eten, maar vond geen, - en gromde daarom meer. Meester en dier keken naar elkander, even hongerig, die met 'n harden blik in de oogen, deze grommend.
- Ge hebt 'n maand eten van mij binnen! zei eindelijk Geert. Bull gromde wat luider.
- Zwijg, Bull!
Bull zweeg, ging achteruit en van daar waar hij staan bleef, gromde weer.
- Ze hebben ons ginder buiten geworpen, he Bull, en... 'k geloof dat ik u ook moet buiten werpen... Ik had moeten meer vooruitziende zijn, juist als zij, de meesters...
Bull knorde...
- Ge waart anders 'n goede makker, Bull... Ik was ook 'n trouwe dienaar... 't Heeft tot niets gediend, nooit is er wat gebeurd op de fabriek binst den nacht en toch moest ik weg...
Bull huilde van honger.
- En nu moet ik doen als zij... Zij hadden nog als ze mij weg zonden, oude jongen, maar ik heb niets meer.
Toen voelde Geert in zijn zakken en zei:
- Ja, ik heb nog wat, kom, Bull, en zijn stok vattend, gingen ze, de oude wrakken, beiden naar de rivier, vol vuil en stinkend water, zwart als roet van al de ellendige smerigheid der fabrieken.
Geert zocht 'n eenzame plaats, waar de oever steil was, tastte wederom in zijn zak, voelde 'n koord, zocht rond en vond 'n steen, bond dien vast in driedubbelen knoop met bibberende handen, floot op Bull, die trekkepootend kwam, maakte de koord vast om zijn hals en dan, vattend zijn ouden hond bij den ruigen pels, in 'n opperste krachtinspanning, slingerde hij hem 'n paar malen heen en weer, terwijl de steen aan de koord zwaaide, liet los en 'n boog beschrijvend viel het beest, pletsend in het stinkende vocht, waar het neervallend, aanstonds verdween.
Geert zag 'n stond naar de krinkels en naar de bellen die kwamen van uit de diepte en berstten aan de oppervlakte en zei, terwijl hij van uit zijn verslenste oogen 'n traan wreef:
- Ik ben bermhertiger dan zij, Bull. Ge hebt wel geen maand loon zonder werken, maar gij ten minste kent geen lijden meer.
Maar 'n doode kan geen moraal begrijpen. Moraal is ook voor de honden niet.
George P.M. Roose en Jan De Schuyter.