Al langs den wal trakelde hij voort, met zijn kazakkeschoenen aan vol tatsen, met zijn blauwen sarrau en zijn afgegane klakke met hooge kobbe.
't Deed het oud strop deugd aan, in de monkelende streelingen van die goedjonstige winterzon op den dril te mogen gaan, al lagen de wegen ook wat smoezelachtig.
Ze hoorden hem gaan, al tegen zijn zelven mommelende; maar kijkt, de boerinne komt buiten gesprongen en tiert, luid genoeg om de lucht te splijten:
- Ciske! breng een pak snuif mee!
Als Ciske tegen avond thuis kwam, werd alles juist bevonden, buiten dat hij een grooten papieren zak te veel mee had en geen snuif.
- Wat de mardjakke! zit er in dien zak? vroeg de boerinne.
- Weet gordedjouw! niet, zei Ciske.
- Hoe, ge weet niet! Wie bestelde er hem u?
- Fiene uit de bakkerie.
De zak werd opengetrokken en zat vol tegelslijp.
En gapen dat ze deden, op dat gruis!
Mettertijd werd dat raadsel opgelost. Ciske met zijn erpelooren had verstaan dat de boerinne een pak ‘sluip’ vroeg, van sluip had Irène, de bakkerin, slijp gemaakt, en daar ze nu juiste nieuwe roode tegels in hun vloer gesteken hadden, gaf Irène een geheele zak tegelslijp mee - om het koper en het dingen te wrijven - zoo ze meende.
Op een anderen keer moet Ciske naar Roeselare, om een volle mande winkelware; 't zwijntje moest immers gekuipt worden en er was van alles korteresse, zoodat de boerinne goed vermaande:
- Zoovele zout; zoovele salpeter; zoovele ditjes en datjes en voor drie dikke ‘noten van schade’ en zien dat ge geen kanoffelnagels vergeet, zulle!
- Ja, boerinne, precies, mommelde Ciske, nagels, enee?
Als 't ventje thuis kwam, vonden ze een vollen zak kloefenagels in zijn pander, in plaats van ‘kanoffelnagels’.
- Waar hebt ge die mardjaksche kloefenagels opgedaan? vroeg de boerinne.
- In de Hoogleestrate, al den anderen kant van die groote herberg.
- Wat voor herberge?
- De ‘Koordecommarce’ tingelde Ciske.
En ziet, nu mocht de dienaar in vrede gaan, de zake was opgeklaard; zeker en vaste stond dat winkeltje recht over de ‘Cour de Commerce’ zoo was dat boodje.