Nieuwe Wegen. Jaargang 3(1912)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] [Nummer 5] Heel-stil... Heel-stil en vredig-vroom daalt zoelig op dees baan, De kalme navond met zijn teer-zacht winden luwen, Die streelend, langs mijn klamme slapen, koelend gaan, En als een weemoed wuiven in het schemerschuwen. De boomen, stomp, de lucht vol zwarte gaten duwen, Als wachters, roerloos-hoog, zij in het duister staan. Soms ritselt door hun kruin, vol hullend-zwart-omgruwen, Een huivrend fluistren, in het bibbren van hun blaân. Heel witgetikt van 't pinklend sterrenlicht, de hemel Oneindig, blauwt, daar hoog, in wazig rag-gewemel; En midden, geelt de gouden schijf der helle maan. In 't heimvol-eenzaam dumster van de holle laan Ik wandel, mijmrend-stil in zalig zoet bedenken Wijl 'k in de verten zie de verre lichten wenken. Nieuwpoort. Noordwacht. Vorige Volgende