nu Vlaanderens ziel gezinderd heeft dien onvergetelijken Julidag te Gent, waar onze Vlaamsche kunstenaars hand in hand sloegen met hun tot dan toe ver-of-staande medebroeders, en die dertig duizend mannen den eed van houwe trouw zwoeren aan 't oude Moereland.
Nu of nooit is het tijd dat we allen eensgezind ten strijde tiegen, nu de levensvraag gesteld is: de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool.
Nu bijna de algeheelheid der Vlaamsche gemeenteraden den wensch stemde van goedkeuring en aankleving aan de wet Franck- Van Cauwelaert, hoeven we, sterk door de bijtreding die we dusgaande verkregen hebben vanwege het Vlaamsche volk, degenen die ter landkamer onze bevolking vertegenwoordigen, hun plicht voor oogen te leggen.
Geen lafhartigheid, noch geen achteruitdeinzen voor sommige personaliteiten! We moeten weten wie met ons is, en wie tegen ons!
Meer dan tachtig jaar reeds hebben we ons laten bespotten. Nu is het tijd, en meer dan tijd, in een land waar we de groote meerderheid zijn, de plaats te verkrijgen waartoe we recht hebben. Wie nu nog wijkt, is de naam van Vlaming niet meer waardig, en mag gerust het getal vermêeren der Beulemans die den luister uitmaken van onze steden en dorpen.
We hebben Vlamingen noodig uit één stuk, en de rest kan ons niet schelen.
Met de verkiezingen van Juni, hoeven de Vlamingen krachtdadig op te treden; sinds lang genoeg reeds werden ze met ijdele beloften gefopt om zich niet meer met holle woorden te laten paaien. Onversaagd moeten de Vlaamschgezinden overal bepaalde verklaringen vergen, en daar waar hun rechtmatige eischen niet worden aangenomen, zonder personen in te zien, handelen volgens hun geweten.
We moeten toonen dat we iemand en iets zijn, dat onze daden overeenstemmen met onze woorden.
Konden alle Vlamingen zoo handelen, dan zouden we stellig een reuzenstap nader treden bij het te bereiken doel.
Harop dan, gij allen die iets over hebt voor uw Vlaanderen! Werpt af alle dwaze vooroordeelen en doodende onverschilligheid. Staat op uit den leunstoel waar uw gemakzucht u koestert; ziet op naar uw Vlaanderen dat zoo lang reeds wacht naar ontzwachteling en ontvoogding; kneedt met uwe bereidzame handen het levensbrood dat gij uw volk zult geven; werkt mede aan den reuzenbouw onzen stam ter eere, werkt onverpoosd, altijd en overal, in alle omstandigheden, zonder vaar noch vreze om schimp en laster, en...
't Zal dagen in het Oosten!
Frans DELBEKE.