| |
| |
| |
[Nummer 12]
| |
Eeregalerij der Vlaamsche Toonkunst.
Isidoor Devos.
De meestbegaafde telg eener kunstenaarsfamilie, broeder van den uitstekenden pianist Frans Devos en den zeeschilder Albrecht Devos; een komponist van groote verdienste, die helaas! op jeugdigen ouderdom aan de vlaamsche muziekwereld werd ontrukt.......
Wanneer ik den naam neerschrijf van een der baanbrekers der vlaamsche muziekkunst, dan overweldigt mij telkens een diep gevoel van vereering en bewondering, en niet ten onrechte, want over een halve eeuw was het waarlijk manhaftig, spijts alle kuiperijen en vernederingen, in 't openbaar lucht te durven geven aan zijn vlaamsche gevoelens. Wij, jongeren, wij aanzien het thans als een eer onder de vlaamsche komponisten te mogen worden geteld, maar wij geven ons te weinig rekening van wat onze voorgangers hebben moeten verduren om hun vlaamsch ideaal immer getrouw te blijven.
Isidoor Devos was een dezer roemvollen. Geboren te Gent den 1 December 1850, werd hij, na lagere studiën in een kostelooze school, opgeleid tot den schoen makersstiel, ten einde te helpen voorzien in de kosten van het talrijk huisgezin, terwijl hij door zijn vader, die terzelfdertijde kerkzanger was, de allereerste princiepen van den zang werd ingeboezemd, en medegeleid wierd naar de kerk, waar hij als koorknaap gedurende eenige maanden iedereen verrukte met zijn bekoorlijke stem.
Een lastige pijn aan de borst, welke een ruimen tijd duurde, deed Isidoor Devos aan den kerkzang verzaken en deed hem ook besluiten aan zijn ouders te vragen ook den schoen makersstiel te mogen verlaten, daar dit werk hem dwong gansche dagen neer te zitten, over zijn borst gebogen. Die toelating kreeg hij
| |
| |
niet gemakkelijk, want hij was de oudste van talrijke kinderen en begon reeds iets te verdienen. Toch moesten de ouders er toe besluiten, want zij zagen wel dat het kind geen kloeke gezondheid bezat, en daar de kleine lsidoor slechts droomde van muziek, besloot men hem naar het konservatorium te sturen, op voorwaarde nochtans dat hij niet gansch den schoenmakersstiel zou vaarwel zeggen.....
Isidoor Devos werd als leerling van het gentsche konservatorium aanvaard in 1862 en het duurde niet lang of hij stond er geboekt als een der besten. Er ging geen jaar voorbij zonder dat hij in alle klassen word bekroond, tot hij in 1870, in de hoogere klas van piano, den prijs van uitmuiitendheid verwierf, terwijl hij onder leiding van Karel Miry de hoogste onderscheidingen in de kompositie behaalde.
Doch de jonge kunstenaar liep nu een ontgoocheling op, want zijn vader zag zich verplicht op zijn zoon te rekenen, ten einde den welstand van het gezin te verzekeren. Isidoor Devos moest zich onderwerpen, doch zou toch zijn studiën voortzetten; overdag gaf hij privaatlessen en verwierf spoedig faam als leeraar, doch als hij 's avonds, moe en afgemat te huis kwam, trok hij naar het stille zolderkamerken om... fransch te leeren en te komponeeren.
(Zijn eerste muzikale voortbrengsels dragen het jaartal 1868. Ofschoon nog onbeholpen en wild, laten zij reeds voorzien wat de jonge toondichter na eenige jaren studie en ondervinding worden zou. Bevoegde mannen zegden van die eerstelingen, dat zijn geest zijn studiën ver vooruit was.)
Middelerwijl had Isidoor Devos het bestuur aanvaard van verscheidene zangkringen, waarvoor hij kleine werken komponeerde, welke alsdan in 't publiek werden uitgevoerd en niet weinig bijdroegen tot zijn roem, doch het was bijzonderlijk in de beroemde kostschool van Melle, alwaar hij leeraar was benoemd, dat hij kwistig zijn talent ten toon spreidde. Hij komponeerde voor dit gesticht verscheidene voorname werken, welke er met den grootsten bijval werden uitgevoerd.
Zijn kompositiën begonnen met dat iets onnoemelijks omhuld te zijn, waarin men het waar geboren talent vindt en muntten reeds vooral uit door een frissche en wonderlijke eigenaardigheid. Deze eigenschap heeft zijn muziek behouden tot het laatste en werd door niemand betwijfeld. Zijn inbeelding was krachtig en levendig; van daar zijn wonderlijk gemak in het toondichten en het groot getal zijner voortbrengselen op zoo korten levenstijd. Ook was het kleinste voorwerp in de natuur voldoende om een diepen indruk op zijn gemoed te maken en den kunstenaar in droomen weg te slepen. Een plantje, een bloempje, een beekje, een verschiet waren voldoende om gedurende een ganschen tijd zijn aandacht op te houden.
In 1869 werd Devos benoemd tot repetitor aan het Gentsch konservatorium, en kweet zich lofwaardig van zijn taak. In 1873 nam hij het bestuur der symfonie-maatschappij ‘La Fraternité’ in handen en nam hij ook voor de eerste maal deel aan den ‘wedstrijd van Rome’. - Het onderwerp was Torquato Tasso's dood. Devos verkoos den vlaamschen tekst en hem werd een eervolle melding toegekend.
Doch de kwaal welke Isidoor Devos moest ten grave slepen, scheen te willen
| |
| |
verergeren. Een droge kuch ontsnapte nu en dan aan zijn borst en de dokter legde hem de volledigste rust op; ondanks alles wilde de hoest echter niet verdwijnen, en toen de dokter verbood aan den kunstenaar van in 1875 een tweede maal aan den wedstrijd deel te nemen, antwoordde hij: ‘Nog liever sterven!’
Helaas! niemand dacht dat hij zoo vroeg zijn jeugdig leven de kunst zou hebben geofferd!
Hij begaf zich naar Brussel en schreef er zijne kantate ‘De Meermin’ - zijn zwanenzang! - Zijn kwaal verergerde dagelijks en zoo ver kwam het, dat zich een bloedspuwing verklaarde waarvan zijn partituur, tot eeuwige herinnering zijner wilskracht en opoffering, de droevige teekens draagt!
Zijn broeder Frans werd aanstonds naar Brussel geroepen. Hij vond Isidoor in zijn bed zittend, over zijn werk gebogen, den bebloeden zakdoek in de linker, het potlood in de rechterhand, nog steeds noten neerschrijvend, nog steeds zijn ziel en zijn leven uitstortend in dat meesterstuk, waarvan helaas! hij alleen den triomf niet zou beleven!
Franz verschrikte bij het zicht zijns armen broeders; hij vond hem uitgeput, lijdend, bijna stervend.
- ‘Het is niets! zegde Isidoor, wacht eenige oogenblikken.... de laatste noten.... ha! ditmaal heb ik wel gewerkt! Ik gevoel het!’
Doch zijn broeder gunde hem geen oogenblik en voerde hem naar huis.....
Toen het nieuws zijner overwinning werd bekend gemaakt, lag de martelaar der kunst op zijn bed van lijden en had het geluk niet meer zijn werk te hooren uitvoeren. Isidoor Devos stierf in den nacht van 30 Maart 1876, als slachtoffer der kunst, als slachtoffer ook van dien onmenschelijken ‘wedstrijd van Rome’ die reeds zooveet kloeke gestellen ondermijnde, zooveel krachten nutteloos verspilde, zooveel werken leverde die voor de kunst verloren gingen....
Emiel Hullebroeck.
| |
Volledige lijst der werken van Isidoor Devos
(zooveel mogelijk volgens orde en jaartal geschikt).
Zingt van vrede! lied, gedicht v.J. Wytinck |
1868 |
Ontwaken, koor, lied, gedicht v.J. Wytinck |
1868 |
Vrtjheidsliefde, koor, lied, gedicht v.J. Wytinck |
1869 |
Gelegenheidskoepletten, solo en koor, gedicht van Destanberg |
1869 |
Vlaanderen, gedicht van J. Wytinck |
1869 |
La jeune mère, melodie |
1869 |
Wals voor piano, |
1869 |
De verrader, lied |
1870 |
Zij droomt vàn mij, gedicht van J. Wytinck |
1870 |
Liefde, lied gedicht van J. Wytinck |
1870 |
Een stukje brood, lied gedicht van E. Van Oye |
1870 |
Ave verum, |
1870 |
Herinnering aan Antwerpen, fantazij voor klavier |
1870 |
Droevige herinnering, |
1870 |
Doodmarsch, elegie voor piano |
1870 |
Jeugdig bladje, lied |
1870 |
Aan Melle, koepletten |
1870 |
Wandeling, fantazil voor klavier |
1871 |
Triomfmarsch, voor klavier |
1871 |
Hartelust, |
1871 |
Gent, koor |
1871 |
Ave Maria, met begeleiding van orkest |
1871 |
Salve Regina met begeleiding van orkest |
1871 |
Herinnering, voor klavier |
1871 |
Ma mère est là,! romance |
1871 |
Herinnering aan Deurle, fantazij voor klavier |
1871 |
Groote marsch, voor klavier |
1871 |
Melle sur l'Escaut, kantate met groot orkest |
1871 |
Melle à Pied IX, met orkest |
1871 |
Muziekbibliotheek voor scholen, 12 kleine stukjes liederen, koortjes enz, voor beide geslachten |
1871 |
Herinnering aan Blankenberge, voor klavier |
1872 |
Welkom O Mei, koor, gedicht van Ledeganck |
1872 |
Entracte, orkest |
1872 |
Harteleed, melodie voor klavier |
1872 |
| |
| |
Sonata, voor klavier |
1872 |
Mis in fa |
1872 |
Alleen, lied, gedicht van Muskeyn (dit lied werd bekroond in den toonkundigen prijskamp der stad Roeselare) |
1872 |
La Poésie, cantate met groot orkest |
1872 |
L'ange de Melle, koor |
1872 |
A notre Père, koor |
1872 |
Openingstuk, voor orkest |
1873 |
De Morgen, lied |
1873 |
Vaarwel, melodie voor klavier |
1873 |
Allegro, voor orkest |
1873 |
Vergeten! lied, gedicht van Th. Coopman |
1873 |
Twee spaansche liedekens, gedichten van E. Hiel |
1873 |
Lentelied, gedicht van Muskeyn |
1873 |
Regina Coeli, |
1873 |
Louisa Maria van Orleans, opera in één bedrijf, voor meisjesgestichten met beg. van piano. Woorden van J. Wytinck |
1873 |
Torquato Tasso's dood, cantate met groot orkest |
1873 |
Feestouverture, voor orkest |
1874 |
Groote fantazij, voor orkest |
1874 |
Sonate, voor piano. |
1874 |
Symphonische marsch, groot orkest |
1874 |
Vlaanderens toekomst, aria, gedicht K. Bogaard |
1874 |
Fuga, Voor piano |
1874 |
Agnus Dei, |
1874 |
Drie liederen, gedichten van Antheuris |
1874 |
Liza waar zijt gij heen? lied, gedicht van J. De Bast |
1874 |
Herinnering, melodie, gedicht van J. Wytinck |
1874 |
Bontekoe, lied, gedicht van Antheunis, |
1874 |
Langs de beek... lied |
1874 |
Couplets (féte jubilaire) |
1874 |
Scène lyrique, openingstuk en 2 deelen, koren en orkest |
1874 |
Kinderdroom, voor piano |
1875 |
Elégie, voor engelschen hoorn, |
1875 |
Kerlentrosts, lied, gedicht van Antheunis |
|
In Wynendale-bosch, jachtlied-koor, gedicht J. Wytinck |
1875 |
Vergeefs, lied |
1875 |
Cromwell, cantate, koren en orkest |
1875 |
De meermin, cantate, koren en orkest |
1875 |
| |
Stukken zonder jaartal of waarvan het jaartal twijfelachtig is.
Lied der Diederiks, solo en koor, gedicht van E. Meganck |
Mères donnez! lied, |
Alleen! lied, gedicht van E. Van Oye. |
Dichterwensch, gedicht van Th. Coopman. |
De grafbloem, lied, |
Impromptu, voor piano. |
La Risoluta, wals voor piano. |
Notre Dame de Melle (solo en refrein) |
St Louis de Gonzagne (solo en refrein) |
A Notre St Patron (solo en refrein) |
|
|