hunne beurt vormen ze zekere stoffen, die de toxinen der bacterieën onschadelijk maken, ze neutraliseeren: tegenvergiften dus of antitoxinen! Ze zouden daarbij durven den microob, zooals hij gaat en staat, inslikken en verteren. Dat noemt men phagocytose of microbenvreterij en die hebben waarlijk aan de menscheneters uit onze kolonie niets te benijden.
Dus tegenover de toxinen der microben hebben we de antitoxinen der leukocyten.
Indien nu, in den strijd, de levelingen de sterksten zijn, indien hun gift ef heviger of in meerdere hoeveelheid wordt voortgebracht dan het tegengift van het lichaam, alsdan, na eene worsteling, die eenige uren of dagen duurt, ontstaat de ziekte met al hare kenteekens en indien het organisme, hetzij bij zijn eigen, hetzij door dokters-hulpe - die zijn daar toch ook tot iets! - eindelijk de macht niet vindt om na dagen of weken of maanden strijdens, de bovenhand te behalen, dan zal het bezwijken: de zieke zal sterven.
Treden daarentegen de leukocyten als overwinnaars uit den strijd, dan doet ofwel de ziekte zich niet voor, of wijkt een voor een, ieder ziekteverschijnsel: de patient geneest. En als men nu eene besmettelijke ziekte heeft doorgemaakt, waarvan men volkomen is hersteld, dan blijven de antitoxinen - door wier toedoen de toxinen der levelingen werden te niet gedaan - eenen heelen tijd in het bloed voortbestaan en dat min of meer lang naar mate het soort microob dat de ziekte veroorzaakte en gedurende gansch dit tijdstip blijft men tegen een nieuwen aanslag der ziekte gevrijwaard. Zoo bv. in rookooris duurt die vrijwaring gewoonlijk een heele leven; in typhus van zeven tot tien jaar; enz. Gedurende gansch dien tijd, zegt men, dat het lichaam is onvatbaar of immuun tegenover die ziekte: er begaat immuniteit.
't Is op die eigenschap van het organisme van vrijwarende, bijblijvende stoffen tegenover de levelingen, die het aantasten, voort te brengen, dat gansch de theorie der inenting en serumbehandeling is gegrondvest.
Men heeft geredeneerd als volgt:
Aangezien elk gezond gestel die vrijwaringsgave bezit, laat ons:
-Ofwel die immuniteit zelf verwekken t.t.z. het lichaam ertoe dwingen antitoxinen te maken, met zelf eene dosis microben of microbentoxinen in het gestel te brengen, = dat is inenting of vaccinatie.
-Ofwel bij een dier die antitoxinen aankweeken en wanneer de ziekte bij den mensch is losgebroken of dreigt los te breken, die verworven antitoxinen in spuiten, om alzoo den kostelij ken tijd te besparen dien het lichaam zou noodig hebben om ze zelf te vervaardigen = dat is serumbehandeling.
Hoe verkrijgt men nu een ‘vaccin’? Op welke manier wordt een ‘serum’ gereed gemaakt?
Het princiep waarop het bereiden van een vaccin berust, is het bekomen van verzwakte toxinen (attenuatie). Men kweekt dus deze of gene microob aan, in een gepast voedingsmidden, men dempt, men verflauwt zijne giftigheid met hem te onderwerpen aan zekere ‘procédés’ die in de laboratoria in voege zijn: (hem laten verdrogen, verouderen, hem onderwerpen aan een hoogen warmtegraad, hem mengelen aan kiemdoodende stollen); zoo komt het dat de toxinen die hij zal uitwerken, min hevig (virulent) zullen zijn.
Om de toxinen der pokken te bemachtigen gaat men er nog op een ander