Nieuwe Wegen. Jaargang 2
(1911)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 1] | |
Gent.Bij het nagaan van de verschillende gebeurtenissen uit den strijd voor de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, komen gedurig in mijn geest de verzen, welke de dichter tot die Hoogeschoolstad zong: ‘Ge zijt niet meer
gelijk weleer.... dat leeuwennest’.
En 'k herdenk wat Rodenbach over Gent zeide: ‘der vrijheid laatste hope’. Wat al ontroering verwekt bij den Vlaming niet dat enkel woord: GENT. Wat een stad, als een Oosten waaruit voor Vlaanderen de zon opging, wat een vuurberg tevens waarin alle driften ziedend kookten en ten hemel sloegen in tochten ter zegevaart of stoeten van oproer. - Gent: een moeder die aan helden het leven schonk als eene zee aan hare baren. Gent, besprongen en bekampt door legers van gansche landen, maar onoverwinnelijk, in zich zelven genoeg macht vindende om allen storm terug te slaan, om na de nederlaag opnieuw te zegepralen, om niet te vallen al vielen zelf hare grootste uitverkorenen. Wat dagen hebt gij beleefd, o stad van wilde vreugd en mateloos wee. Eenige namen glinsteren boven de branding uwer historie, maar grootst van alles waren uwe massa's, uwe legers van onbekende helden. Reeds menigmaal mijmerde ik over den dag toen gij eindelijk bepaald overwonnen werdt, uwe vrijheden werden ontrukt en Roeland voor goed zwijgen zou op bevel van Karel den Ven. Dat is misschien het treurigst oogenblik uit de geschiedenis. Daarbij past de klacht: ‘Hoe is de sterke gevallen?’ Wat is Gent sedert geworden? De wieg der ‘vulgarisaleurs’, der bewuste Vlaamschhaters. Zou er in België eene stad zijn waar het Vlaamsch eigenlijk zoo verschopt wordt, als door zekere Gentsche Franschgezinden: magistraten en | |
[pagina 2]
| |
advocaten van allerlei rang, katoenbarons en handelaars, oud-rijke aristocraten en geldwinnende parvenu's? - Welke burgerlijke rechtbank in Vlaanderen is zoo verfranscht als de Gentsche? In geene stad misschien, zelfs niet te Brussel, werken de Franschgezinden hardnekkiger en sluwer, zijn ze machtiger in ‘Cercle Calholiqne’ en ‘Cercle Libéral’, beschikken ze over meer invloed in de verkiezingen. Of het eigenlijk volk ontwaakt? Een groot deel der werklieden is ingelijfd bij de socialistische partij en deze doet volstrekt niet mede aan beweging voor ons hooger Vlaamsch ideaal: de Vlaamsche HoogeschoolGa naar voetnoot(1). En toch zijn nog op Gent aller Vlamingen blikken gevestigd: daar rijst de Hoogeschool die de Vlaamsche moet worden. De strijd zal hevig zijn. Onze tegenstrevers zullen alle krachten samenbrengen. Ook zij weten waarom het gaat. Alles wat wij tot hiertoe wonnen is niets in vergelijking met dat ééne: die Hoogeschool welke wij voor Vlaanderen wenschen. Tot nog toe zijn wij als doolaards in de wereldbeschaving, rondloopende met den afval van andermans tafel. Wij zijn als de Joden dwalende aan de oevers van vreemde stroomen, maar onzen eigen tempel missende waarin berust deze ark van verbond. Tot nog toe moeten wij strijden, gelijk de boeren in 1798 met knuppels, zeisens en oude jachtgeweren tegen modern geschut en veteranen achter sterke verschansingen op ons vurende. Tot nog toe gelijkt onze kamp op een wedstrijd tusschen eene kar in het slijk en een motorwagen op een breede baan. Het psychologisch oogenblik voor de Vlaamsche beweging is thans geslagen. Het uur van den strijd heeft geluid. Naar Gent! klinkt het marschbevel en het inzet is ons leven of onze dood. Onze tegenstrevers winnen het door gezag en door geld. Wij hebben de bezieling en wat eens Sansculotten konden voor hunne dwaalbegrippen, zullen wij leeren voor het recht: De Gedachte zal zegepralen over de. Macht, de volharding over de koppigheid, de gewenschte vooruitgang over den slenter, de dageraad over den mist en Rodenbach's wensch wordt volbracht: Zie 't Oosten bloost
en Vlaanderens zonne gaat aan 't dagen...
- in en door GENT. L. Dosfel. |
|