De ontwikkeling der Kerkelijke Hiërarchie
In de Ver. Staten van Noord-Amerika.
Ongetwijfeld aanschouwen velen uwer met verbazing deze schoone groep prelaten. Hoe is het mogelijk, vraagt ge uzelf af, dat een land, hetwelk ik mij steeds als een echt missie-land voorstelde, vanwaar missionarissen mij vaak zulke wondervolle avonturen konden verhalen, hoe is het mogelijk, dat datzelfde land zich op zulk een Doorluchtig Episcopaat beroemen kan? Inderdaad, waarde lezer, en ge zult u nog meer verwonderen, als ik u zeg, dat het werk van deze 15 aartsbisschoppen nog verlicht wordt door 83 suffragaan-bisschoppen! In diezelfde republiek, waar juist 100 jaren geleden slechts één bisschop was, dragen thans 98 eminente mannen het purper. Hoe dan, vraagt ge, heeft Amerika zich in dien betrekkelijk korten tijd zoodanig kunnen opwerken? Hiervan wil ik trachten u eenig denkbeeld te geven, door u in het kort de geschiedenis der laatste honderd jaren te verhalen.
Vóór het uitbreken der Revolutie aan het einde der 18de eeuw, stonden de missionarissen der Amerikaansche Republiek ófwel onder de jurisdictie van den apostolischen vicaris van Londen, ófwel onder hun vroegeren bisschop in het oude land. Het spreekt vanzelf, dat in dien tijd van opstand (vooral tusschen 1775 en 1780) de communicatie van de priesters met dien vicaris uiterst moeielijk, zoo niet onmogelijk was. Dit deed de toenmalige missionarissen besluiten, een petitie te zenden naar Rome, den H. Vader verzoekende in hun midden iemand aan te stellen met de faculteiten van bisschop. Zoodra Z.H. Pius VI van den werkelijken toestand onderricht was, benoemde de Paus aanstonds father Carroll tot apostolisch prefect. Dit geschiedde in het jaar 1784. Ongeveer 5 jaren later werd deze zelfde father Carroll door Z.H. benoemd tot bisschop en ontving in 1790 zijn H. Wijding. Zoo dus was in 1790 father Carroll de eerste en eenige bisschop in geheel de Ver. Staten. Hij bleef alleen tot 1808; dus overdreef ik niet door te zeggen, dat er honderd jaar geleden hier slechts één bisschop was.
Slechts 37 priesters konden dezen moedigen bisschop den arbeid verlichten in een diocees, dat, wat oppervlakte aangaat, bijna zoo groot was als gansch Europa. Het aantal zijner geestelijke kinderen bedroeg 30,000, nagenoeg 1 pct. der geheele blanke bevolking. Hierbij komt nog, dat de katholieken ook hier, gelijk bijna overal, gehaat werden en geminacht. De meesten waren zeer arm en hadden nooit iets anders dan verdrukking gekend. Ieren, die om de tyrannie te ontkomen, hun eigen land waren ontvlucht, Duitschers en Franschen, allen nagenoeg slachtoffers der verdrukking. Hoe zwaar een taak rustte dus op de schouders van dien eersten bisschop!
Zijn eerste zorg was de opvoeding der jeugd. Als apostolisch prefect reeds had de moedige missionaris hiervoor al zijn krachten ingespannen, doch met weinig succes. Nauwelijks echter was hij bisschop, ja nog in hetzelfde jaar zijner H. Wijding wist hij te bewerken, dat de Sulpitianen een seminarie openden in Baltimore; de Jezuïeten een college in Georgetown, en de paters Augustijnen een klooster bouwden in Philadelphia. Overgroot was reeds zijn vreugde bij dit eerste succes. Zelf nochtans zou hij zeer weinig vruchten van dezen arbeid smaken.
Het groot gebrek aan priesters deed zich meer en meer gevoelen. Met diepe droefheid bedacht de bisschop, hoevelen zijner kinderen ronddoolden als schapen zonder herder. Hij bad om uitkomst, en zie! de verdrukking in Frankrijk zou weldra een zegen worden voor de katholieken der Ver. Staten. Tusschen 1791 en 1799 landden niet minder dan 23 ijverige Fransche missionarissen op de kusten der Vrije Republiek. Dit was werkelijk een uitkomst voor bisschop Carroll, die zich hierdoor in staat zag, in de meest dringende behoeften te voorzien van zijn uitgestrekt diocees. In 1808 mocht zich de moedige bisschop in een aantal van 68 priesters verheugen. Met gelijken tred nam ook het aantal katholieken toe, en een meer uitgebreid kerkelijk bestuur werd noodzakelijk. De bisschop wendde zich daarom tot den H. Vader Pius VII en legde Z.H. den ganschen toestand bloot. De Paus verhief hierop bij Breve van 8 April 1808 Mgr. Carroll tot aartsbisschop en benoemde tevens 4 suffragaan-bisschoppen (New-York, Philadelphia, Boston en Bardstown.)
Onuitsprekelijk was de vreugde van priesters en leeken bij het vernemen van die tijding. De uitoefening hunner godsdienst zou voor vele katholieken niet langer als een zoete droom zijn uit verleden dagen; er zouden meer priesters komen; het oude geloof zou wederom een nieuw leven beginnen, in één woord, de toekomst hunner verbeelding scheen werkelijkheid te worden. Helaas, een zware beproeving zou weldra hunne uitbundige vreugde in angst en droefheid veranderen.
Father Luke Concanen, prior van het klooster der EE. PP. Dominicanen te Rome, was door Z.H. Paus Pius VII bestemd voor den bisschoppelijken zetel van New-York. Voorzien van het Pallium voor den nieuwen aartsbisschop en de Bullen voor de aanstelling der drie suffraganen, begaf zich ZijnHoogEerw. op reis naar de nieuwe wereld. Reeds was hij in Napels, toen de Franschen, die destijds deze stad in bezit genomen hadden, zijn vertrek vandaar verhinderden en, voorgevende, dat hij een Engelsch onderdaan was, hem gevangen hielden. We weten, dat het hem onmogelijk was te ontvluchten, wat echter de bisschop verder te verduren heeft gehad, kunnen wij niet met juistheid bepalen. Een feit nochtans is het, dat hij in Juli 1810 werd vergiftigd en berustend in Gods H. Wil den geest gaf. Allerwaarschijnlijkst had men zich willen meester maken van de kostbare stukken, welke de bisschop bij zich droeg.
Middelerwijl klopte het hart der brave katholieken aan gene zijde der oceaan angstiger. De geestdrift, waarmede zij de eerste blijde tijding uit Rome hadden begroet, was in neerslachtigheid veranderd. Eén hunner nieuwe bisschoppen vermoord, vóór zij hem hadden gezien; de andere drie noch steeds wachtende op hun officieele benoeming. In hun onzekerheid stelden zij slechts hun vertrouwen op God. Hierbij komt nog, dat de Paus niet in staat was hun leed aanstonds te verzachten, daar ook hij in bedroevende omstandigheden verkeerde. Immers, de Plaatsbekleeder van Christus was niet meer in Rome, doch, verdreven uit zijn Vaticaan, werd hij rondgeleid van Rome naar Grenoble, van Grenoble naar Avignon en vandaar naar Savona. Het was dan door al deze omstandigheden, dat de Bullen van 8 April 1808 de plaats hunner bestemming eerst aan het einde van 1810 bereikten.
Voor een oogenblik konden nu de katholieken weer vrij adem halen. De nieuwe bisschoppen waren spoedig geconsecreerd; slechts de zetel van New-York bleef vacant tot 1814, in welk jaar Z.H. wederom in Rome terugkeerde. Van de 85 priesters, die er nu waren, waren er 46 werkzaam in het aartsdiocees van Baltimore. De overige 39 waren dus over vier bisdommen verdeeld. De toestand was weliswaar reeds veel beter, maar toch nog zeer ver van rooskleurig. Het jaar hierop, 1815, stierf Mgr. Carroll, die door zijn harden en onvermoeiden arbeid zich een onuitwisbaren roem bij het nageslacht verworven heeft. Zijn opvolger overleefde hem slechts twee jaren. In 1817 echter kwam aartsbisschop Maréchal, die gedurende elf jaren met het grootste beleid de jeugdige Kerk bestuurde (1817-1828). In 1820 werden twee nieuwe bisschopszetels opgericht (Charleston en Richmond) en kort hierop kwamen de nieuwe bisdommen Cincinnati en St. Louis. Onder het bestuur van aartsbisschop Whitfield, die in 1828 den zetel van Baltimore beklom, werd in 1829 het eerste en in 1833 het tweede Provinciale Concilie gehouden. Onder dezen bisschop begon de Kerkelijke Hiërarchie een vasteren vorm te krijgen. Vooral dat tweede Concilie, waarbij tien bisschoppen tegenwoordig waren, was van zeer groot belang. Hierop immers werd een vaste regel aangenomen en door Rome bekrachtigd, waarbij de bisschopskeuze voor goed geregeld was; er werd regel gebracht in de orde en tucht der geestelijken, en dit vooral bracht een betrekkelijk wonderbare eensgezindheid te weeg. En het derde belangrijke feit was, dat de Indianen- en Negermissiën van Liberia geheel en al aan de Sociëteit van Jesus werden geschonken.
Aartsbisschop Eccleston, die in 1834 op 33jarigen leeftijd den zetel van Baltimore beklom, was geroepen, om voor te zitten over vijf Provinciale Conciliën. Op het zesde Concilie in 1846 waren er niet minder dan 23 bisschoppen tegenwoordig. Het was bij deze gelegenheid, dat de Onbevlekt Ontvangen Maagd Maria