De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21
(1904)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
[Nummer 31]Rolduc.III.
| |
[pagina 242]
| |
zijn bosschen gerooid, zijn kerken gebouwd, zijn inwoners beschaafd, en de schatten, in zijn grond verborgen, aan den diepen schoot der aarde ontwoekerd.’Ga naar voetnoot1) | |
IV.
| |
V.
| |
[pagina 243]
| |
dige rustplaats te geven in de crypte der aloude Abdijkerk. Wat Mgr. Everts niet had vermocht, wist Dr. Gorten te bewerken. Op bovengenoemden dag werden de stoffelijke overblijfselen van den hoogvereerden dienaar Gods naar zijn dierbaar Roda overgebracht. In 1898 werd door het bestuur van Rolduc aan de Inrichting een voorbereidende school met twee afdeelingen verbonden, waarin leerlingen van tien- tot dertienjarigen leeftijd, volgens een bijzonder en doelmatig leerplan, in een afzonderlijk gebouw, door afzonderlijk onderwijzend personeel van geestelijken, tot de eerste klassen van Gymnasium, H.B. School en Handelsschool worden voorbereid. Ook Klein-Rolduc groeit en bloeit. Een tweede belangrijke gebeurtenis voor Rolduc's onderwijs was de toekenning - bij Wet van 9 Juli 1900 - van het diplomeeringsrecht aan eenige bijzondere gymnasia. Tot dusver hadden onze kandidaten voor de Universitaire studiën zich telken jare moeten onderwerpen aan een examen voor een Staatscommissie te Utrecht. Voortaan zouden zij te Rolduc zelf het eindexamen afleggen voor hun eigen leeraren, onder toezicht van eenige Rijksgecommitteerden. De 32 kandidaten, die zich sedert de nieuwe regeling aan dit eindexamen onderwierpen, slaagden allen zonder eenige uitzondering. Sedert 1864 werd door 136 leerlingen het eindexamen Gymnasium en door 157 het eindexamen H.B. School met gunstig gevolg afgelegd. Een treffend bewijs van den bloei van het katholiek onderwijs en een feit van beteekenis voor Rolduc, dat zoodoende voor tal van katholieke jonge mannen de deuren onzer academiën opende en hun den weg effende tot een eervolle en wetenschappelijke betrekking in Staat en Maatschappij. Deze schitterende resultaten zijn voor een groot gedeelte te danken aan het doorzicht en den ondernemingsgeest van Mgr. Everts. ‘Everts,’ zegt Prof. J. Keuller, ‘werd Directeur bij het kenteren van 't hooger en middelbaar onderwijs; hij was de eerste, die de bakens verzette. De wateren van den stroom der wetenschap schenen een nieuwe bedding te volgen; Everts was de eerste, die met vaste hand in de nieuwe richting stuurde. ‘Maar het scheepje, waarover hij bevel voerde, bleef het Kruis hoog in top voeren, en, al spraken sommige angstige zielen van roekeloosheid en vermetelheid, Everts was, bij al zijn voortvarendheid een voorzichtig gezagvoerder, die door peilingen zich steeds verzekerde, dat er genoeg water onder de kiel bleef. ‘Toen hij, de eerste, het in de oogen van velen stout, ja al te stout stuk bestond, een priester, die daarna door velen gevolgd is, naar onze niet-katholieke en niet-godsdienstige universiteiten te zenden, opdat de grootere kennis, die men aan de universiteit verwerft, en de ruimere blik, dien men zich daar eigen maakt, dienstbaar zouden worden aan de uitbreiding van het Rijk Gods hier op aarde, was dat eene daad, die, zich waardig aansluitend aan hetgeen zijn voorgangers deden, te-korten in de wetenschap voorkwam eer van te-korten gesproken was.’ En thans wordt Everts' voorbeeld door tal van andere onderwijsinrichtingen nagevolgd. Bij gelegenheid van het huwelijk van H.M. koningin Wilhelmina en prins Hendrik van Mecklenburg, werd door Rolduc een adres van hulde, een stuk van hooge kunstwaarde, o.a. voorstellende Rolduc in vogelvlucht en bevattende het volgende feestgedicht van prof. A.H.M. Ruyten, aan H.M. aangeboden: 't Aloud Rolduc, waar 't duurzaam grafgesteente
Uw voorgeslacht vereert in het gebeente
Der loten van 't Hertogelijke Huis -
Der kloeke Walrams, ridders van het Kruis, -
't Aloud Rolduc, dat ook in jonger tijden
Rond een Oranje-prins zich mocht verblijden
Om uit zijn mond te hooren: Leeft in vree!
‘Wat over u ook koom, ‘Je Maintiendrai’, -
't Aloud Rolduc - verjongd en als herboren,
Nu 't oude in nieuwen luister staat te gloren -
Waar godsdienstzin zich paart aan burgerdeugd
In 't harte van de Nederlandsche jeugd. -
't Aloud Rolduc betuigt u hulde en trouwe,
Oranje-Maagd, thans koninklijke Vrouwe!
Het juicht u toe met frissche jongelingskracht;
Het bidt voor u en voor uw nageslacht.
Met gansch uw volk, het thans zoo eensgezinde,
Roemt het u, Wilhelmina, de beminde;
Zijn hartewensch en bede is u gewijd:
Oranje nu! Oranje voor altijd!
Tijdens zijn verblijf te Aken in de jaren 1902 en 1903 vereerde prins Hendrik der Nederlanden Rolduc tweemaal met zijn vorstelijk bezoek, en den 12den Juli 1903 genoot Rolduc de hooge eer Z. Exc. Dr. A. Kuyper, minister van Binnenlandsche Zaken, binnen zijn muren te mogen begroeten. Menig leerling en oudleerling herinnert zich nog de krachtige, geestige en hoogst oorspronkelijke rede, waarin Dr. Kuyper in de aula gedurende meer dan een half uur zijn toehoorders wist te boeien. In het jaar 1903 werd aan de te Rolduc bestaande handelsschool een vierde klas toegevoegd. Het eindexamen van dezen vierjarigen cursus zal voortaan worden afgenomen onder toezicht van eenige bekende deskundigen, die tevens het diploma, bij die gelegenheid uitgereikt, onderteekenen.
***
Verleden jaar bij het feest van den Zeereerw. Heer Directeur getuigde een der feestredenaars, dat Rolduc in den loop der tijden schier alles had verloren: zijn kerk was ontheiligd en verminkt, zijn bewoners waren uit z'n aloude muren verdreven, zijn rijke bezittingen geroofd of verkocht, zijn kromstaf, waaronder eens twee-en-twintig parochiën leefden, was gebroken, het zag alles afbrokkelen en verdwijnen, maar de Hoop op Gods zegen bleef, de Hoop, die niet beschaamd is. En boven de negende eeuw van zijn bestaan, schrijft Rolduc wederom de woorden neder, die prijken op zijn voorgevel: ‘Auspice Deo’ - ‘Onder Gods bescherming.’
Rolduc. H. Wismans. |