De eerste pijp.
Naar de schilderij van Elchanon Verveer.
Wat is heerlijker illusie voor een aankomenden knaap dan te mogen meedoen met de groote menschen: een pijp te rooken, zooals vader en grootvader doen? Gewichtig moment: de visschersfamilie zit op 't duin; vader, moeder, grootvader en buurman zullen getuigen zijn van 't stoute stuk: Jaapje's eerste voorzichtige trekjes aan vaders Gouwenaar. Hij heeft al zoo lang en zoo dikwijls met glinsterende oogen de mooie kringetjes nagekeken, die vader in de lucht blies, en ook al, maar erg in 't geheim, als vader zijn brandende pijp even had neergelegd, een haaltje gewaagd, maar nu mòcht het, waar iedereen bij was en zien zou, wat fiksche kerel er in Jaapje stak.
Iedereen heeft er schik in; de debutant zelf schijnt het heel erg gewichtig, maar niet zoo heel erg lekker te vinden, en moeder legt waarschuwende de hand op haar mans arm: niet te lang, 't zou hem kwaad-kunnen.
Twee kinderen kijken nieuwsgierig en bewonderend toe; morgen gewaagt vast heel de school van Jaapje's gewichtigheid.