Sir Sheffield en gemalin.
Naar schilderijen van Anthony van Dijck.
Statie, voornaamheid, verfijnde elegance - die wist Anthony van Dijck toch zoo heerlijk in zijn portretten te leggen, dat we ons goed voorstellen kunnen hoe vorsten en edelen het zich tot een eer rekenden door den hoveling-schilder te worden geconterfeit. Een groot aantal dezer portretten bevindt zich in Engeland, maar ook het Mauritshuis bezit een paar stalen van de kunst des genialen Vlamings, waaronder die van het echtpaar Sheffield.
Hoe deze Engelsche portretten hier komen? Voorheen maakten ze deel uit van de beroemde collectie des stadhouders Willem V; de edele heer in zijn eenvoudig gewaad is waarschijnlijk een zoon van den baron Sheffield (Earl de Mulgrave) die in 1626 gouverneur van Den Briel was. Volgens sommige kunsthistorici bracht Van Dijck den winter van 1627 op '28 te 's-Gravenhage door, waar de 37jarige edelman en zijn 15 jaar jongere gemalin waarschijnlijk door hem geschilderd zijn.
Sir Sheffield ziet er in zijn stemmig zwart gewaad met zwarten mantel, waartegen de eenvoudige witte halskraag helder afsteekt, ernstig en verstandig, hoewel eenigszins week-droomerig of lusteloos uit; zijn jonge vrouw is pittiger van voorkomen, ernstig als hij, maar met niets van de sprankelende levensvreugde en prachtlievenden zwier van andere edelvrouwen, door Van Dijck geportretteerd. Toch is haar toilet onberispelijk en deftig: zwart-zijden kleed, waarvan de wijde, open mouwen, naar de mode dier dagen, doorregen zijn met blauwe linten, aan de elleboog door een strik van gelijke kleur te zamen genomen; haar halskraag en manchetten zijn van 't rijkste, schitter-witte kantwerk, waartegen het teere bleek der parelen aan hals en armen heerlijk reflecteert. Zware paarlen oorhangers, een groote paarl in 't kapsel, een gouden ketting met kruis, een laag afhangende ceinture van gouden schakels voltooien met de schitterende vingerringen en den veeren waaier haar vorstelijken opschik, waarvoor we haast vergeten zouden het fijne, rustige gezichtje met de verstandige, donkere oogen te beschouwen, dat zoo geheel en al de vrouw van voornamen Engelschen huize teekent.
Wie het Haagsche Mauritshuis bezoekt moet niet verzuimen deze mooie portretten te gaan zien.