De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20(1903)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Winterboomen. Gij boomen staat te wintertijd Zoo stil; of gij gestorven zijt, Zoo roereloos en zonder klacht Verdraagt gij 't slaan der wintermacht. Mijn beukeboom, zoo heerlijk schoon Voordezen toen uw groene kroon Daar pralend in de zonne stond En elk den beuk den schoonste vond. Gij eik zoo sterk, die alles scheen Te wederstaan, uw kleed verdween Als 't ander al en afgestropt Heeft wind het weg en weer geschopt. O denneboom, waar 't oog u ziet, Mijn hart u àltijd 't welkom biedt, Maar dubbel welkom zijt ge mij In 't doodenland te wintertij; Gij staat nog groene, gij, gíj leeft, Gij zijt het, die de hoop mij geeft Dat, wat gestorven schijnt, nog zal Herleven na des winters val. Groesbeek, Nov. 1903. Adr. C. van Beek, Pr. Vorige Volgende