Lezen - De bibliothecaris.
Naar schilderingen, respectievelijk van
A.H. Bakker Korff en Gerke Henkes.
Het zijn beiden bejaarde lieden, die onze platen op blz. 289 en 292 voorstellen, en behalve deze overeenkomst in leeftijd schijnen ze er nog eene te bezitten in hun kalmen leeslust. Konden we een kijkje nemen in beider lectuur, dan zouden we zeker tot de ontdekking komen, dat die, waarin de oude dame verdiept is, van gansch anderen aard is dan de inhoud der folianten, welke de aandacht van den bibliothecaris bezig houden.
Zij, met haar deftig oud-modische kleedij in de stemmige statie harer stille kamer gezeten, het fluweelen kussen onder de voeten, het porseleinen theeservies op een tafel binnen het bereik harer aristocratische handen, is een echte dame van de wereld, zij 't dan ook van den ouden stem pel. Het is niet onmogelijk, dat ze de legenden der Heiligen leest, want strenggeloovigheid behoort tot de tradities van haar geslacht. Maar als het lijvig boekdeel bij nader inzien bleek een der edel-gestyleerde Fransche klassieken te zijn, zouden we ons geenszins verwonderen. Gaarne leest ze Fransch; de hoofschheid der taal, de verheven geestdrift harer lievelingsschrijvers harmonieert geheel met de heldere kalmte van haar fijn-ontwikkelden geest en is haar een schoone verpoozing in haar eenzaam leven.
lezen, naar de schilderij van a.h. bakker korff.
De schilder heeft ons deze typische figuur in de stijlvolle omlijsting van ouderwetsche statigheid en kiesche weelde beminnelijk weten te maken door den liefdevollen ernst zijner wedergave. Van dit karakter uit verleden dagen voelen we de levensechtheid, wij zien het als een beeld uit voorbijen tijd, waarin de schilder zich wezenlijk heeft ingeleefd met zijn liefde, zijn ontvankelijk gemoed; waar hij al de fraaiheid van begreep, de fijnheden van genoot, waar hij het uiterlijk voorkomen door-en-door van kende, omdat hij het innerlijk meeleefde. Zóó kreeg zijn werk hooger waarde, zóó werd het tot kunst.
Anders is het met dat van Gerke Henkes. De oude, ietwat droogstoppelige boekenliefhebber is wel met veel vaardigheid en toewijding weergegeven; op het lichteffect is gewerkt, de kop terdege bekeken, de omgeving zorgvol geschikt; maar diens arbeid mist het aristocratisch-verfijnde, het geestrijke van Bakker Korff's kunst, welke eigenschappen alleen bij machte zijn onderwerpen als dezen uit de sfeer van nuchtere burgerlijkheid, waarin Henkes ze houdt, een meer belangwekkend cachet te verleenen.
Toch is de plaat als tegenstelling der andere, ook wat het sujet betreft, niet onaardig: de glimlachende wereldwijsheid en rustig gecultiveerde levensliefde der oude dame maken een markant contrast met het ietwat menschenschuwe type van het manneke, wiens herinneringen - kon hij ze ons verhalen - meer aan doode letters dan aan levende menschengezichten zouden te hangen blijken, wier lach en leed hij levenslang ontvluchtte in de stilte zijner stoffige boekerij.
Zoo gezien lijkt de kille, nuchtere schildertrant van Gerke Henkes nog niet zoo ongenietbaar, hoewel menigeen het bezit van een klein maar keurig Bakker Korffje begeerlijker acht dan het vlijtigst gepenseeld doek van zijn collega.