kardinaal Jacobini staatssecretaris en vertrouweling des Pausen.
Kardinaal Rampolla werd in 1843 op Sicilië geboren, ontving zijn opleiding aan de academie der adellijke geestelijken te Rome en vergezelde in 1875, na den Monseigneurs-titel te hebben ontvangen, den nuntius Simeoni naar Madrid en bleef daar als zaakgelastigde van den H. Stoel, nadat Simeoni in 1876 tot kardinaal gecreëerd en tot staatssecretaris des Pausen benoemd was.
Na te Rome enkele jaren het secretariaat van een paar belangrijke Congregaties te hebben waargenomen, werd hem in 1882 de nunciatuur te Madrid toevertrouwd, die hij bekleedde tot de H. Vader hem in het consistorie van 14 Maart 1887 tot kardinaal verhief, om hem eenige maanden later met den gewichtigen post van staatssecretaris te belasten.
Eveneens in de school der diplomatie gevormd is kardinaal Serafino Vannutelli, als bisschop van Frascati een der zes suburbicair-bisschoppen van Rome en na den dood van kardinaal Parocchi onderdeken van het H. College.
Kardinaal Serafino Vannutelli - de eenige kardinaal, die een broeder in het H. College heeft - is in 1834 te Genazzano in den Kerkdijken Staat geboren, werd in het consistorie van 14 Maart 1887 tot kardinaal gecreëerd en is prefect der H. Congregatie van de Bisschoppen en Regulieren.
Van ongeveer denzelfden leeftijd als Z. Em. Vannutelli is kardinaal Girolamo Gotti, een Genuees van geboorte en behoorende tot de orde der Ongeschoeide Karmelieten. In 1880 werd hij tot generaal zijner orde benoemd, door den H. Vader tot consultor van het H. Officie en tot lid van verscheiden Congregaties aangesteld. In 1895 belastte de Paus hem met een belangrijke zending naar Brazilië en creëerde hem in het consistorie van 29 November van hetzelfde jaar tot kardinaal. Toen kardinaal Ledochowsky, prefect der Propaganda, overleed, droeg Z.H. Leo XIII kardinaal Gotti dit ambt, een der hoogste waardigheden in de Kerk, op.
Tien jaar ouder dan kardinaal Gotti is kardinaal Alfonso Capecelatro, in 1824 uit Italiaansche ouders te Marseille geboren. Deze kardinaal, aartsbisschop van Capua, is een warm voorstander van kunsten en wetenschappen, aan welke eigenschap hij, na zijn kardinaalsverheffing in het consistorie van 27 Juli 1885, de benoeming tot het gewichtige ambt van bibliothecaris der H. Roomsche Kerk had te danken.
Een der uitstekendste leden van het H. College is eveneens Z. Em. Giuseppe Sarto, patriarch van Venetië. Deze kerkvorst werd in 1835 in de Venetiaansche provincie Treviso geboren, was eerst bisschop van Mantua, werd in het geheim consistorie van 12 Juni 1893 tot kardinaal gecreëerd en in het openbaar consistorie van 15 Juni daaraanvolgende tot patriarch van Venetië benoemd, - een der weinige bisschopszetels in Europa, waaraan van overoude tijden de patriarchale waardigheid is verbonden.
Tot de jongste leden van het H. College behoort Z. Em. Domenico Svampa, in 1851 in het aartsbisdom Fermo geboren, op zes-en-dertigjarigen leeftijd tot bisschop van Forli benoemd, in Mei 1894 te gelijker tijd tot kardinaal verheven en tot aartsbisschop van Bologna bevorderd.
Kardinaal Domenico Ferrata ten slotte behoort weer tot de diplomaten in het H. College. Hij werd in 1847 geboren, doorliep achtereenvolgens de verschillende rangen in de pauselijke diplomatie, werd ten slotte nuntius te Parijs en in het consistorie van 22 Juni 1896 tot kardinaal gecreëerd.