[Nummer 1]
Aan den Lezer.
Het eerste nummer van den nieuwen jaargang biedt ons een ongezochte gelegenheid, ons een oogenblik met onze lezers te onderhouden: met de oude, om hun onzen dank te betuigen voor hun onverflauwde belangstelling; met de nieuwe, om hen als waarde gasten welkom te heeten.
de Doelen Brug, benevens het Rondeel, de Reguliers Tooren en de Munt, te Amsterdam.
Voegt ons - het min welluidende spreekwoord indachtig, dat van eigen lof gewaagt - zelfprijzing niet, wel mogen wij met voldoening constateeren, dat met het voortdurend verbreeden van onzen lezerskring de toeneming van het aantal medewerkers - kundige geestelijken en begaafde leeken - gelijken tred houdt. Twee factoren, die niet kunnen worden gemist, om ons tijdschrift tot steeds hoogeren bloei te brengen.
Het groot aantal medewerkers op verschillend gebied waarborgt frischheid, levendigheid, kleur; een hoog abonnentencijfer stelt ons in staat tot het aanbrengen van verbeteringen en verfraaiingen, tot het bevredigen der hoogere eischen, die men gaandeweg aan een geïllustreerd tijdschrift is gaan stellen.
Maar dit neemt niet weg, of liever, het volgt uit hetgeen wij boven zeiden, dat ons doel geen ander is dan de Illustratie te doen zijn en blijven het geliefkoosde tijdschrift van het katholieke Nederlandsche volk.
Indien hiervoor nog bewijs noodig was, wordt dit geleverd door hetgeen het prospectus voor dezen jaargang toezegt en dit eerste nummer geeft. Men vindt daarin de oude spreuk gehuldigd, dat verscheidenheid behaagt, en we houden ons overtuigd, dat zoodoende al de lezers iets meer bijzonder passends voor hun smaak zullen vinden en niemand onvoldaan zal blijven.
Sterk door het vereerend vertrouwen van het lezend publiek, waardoor wij als het ware worden gedragen, nemen wij de slechts een oogenblik onderbroken taak weer op en hopen in den nieuwen jaargang menig aangenaam uur van genot en verpoozing met onze lezers te slijten.
de redactie.