Bij de Platen.
Een drijfjacht op everzwijnen. -
Het is een zeer groote zeldzaamheid, wanneer hier te lande eens een enkelen keer een everzwijn verdwaalt, en men is er dan aanstonds met alle man bij, om den onguren en gevaarlijken gast onschadelijk te maken.
In Middel-Europa, in de bergachtige en woudrijke streken van Duitschland en Oostenrijk, wordt het ondier nog veelvuldig aangetroffen, en daar worden dan ook geregeld groote drijfjachten georganiseerd op dit wild, dat in ouden tijd in geheel ons werelddeel inheemsch was.
Geheel zonder gevaar is die jacht niet, want het everzwijn beschikt over een geweldige lichaamskracht en zijn slagtanden zijn een geducht wapen, waarmee hij, opgejaagd en gewond, in dolle woede den sterksten jachthonden den buik openrijt.
Onze fraaie gravure naar een schilderij van professor Christian Kröner te Dusseldorf geeft een levendige voorstelling van een drijfjacht. Pijlsnel schieten de dieren den eersten jager voorbij, drie vooraan op het vrije veld, met een dikke sneeuwlaag bedekt, terwijl twee het kreupelhout vaneen breken en vertreden, waaruit ze zooeven zijn opgejaagd.
Naar alle gedachten zullen ze het moordend lood niet ontkomen, want de jagers hebben zich op verschillende afstanden geposteerd, zoodat het edele wild bijna zeker hun jachtbuit worden moet. Het is niet zoo mooi, als toen onze voorouders met speer of jachtmes in de vuist den strijd tegen den ever aanbonden, maar: andere tijden, andere zeden.