Gedenkteeken voor Mgr. Hamer.
Vrijdag den 25sten Juli werd in de kapel van het Groot Seminarie te Rijsenburg het monument onthuld ter eere van Mgr. Hamer, opgericht door zijn eerwaarde klasgenooten.
Te Rijsenburg werd Ferdinand Hamer tot priester opgeleid, gevormd en gewijd; te Rijsenburg weerklonk voor meer dan dertig jaren de stem van den eerwaarden heer Verbiest uit Vlaanderen, die missionarissen kwam vragen voor China en Mongolië, en Ferdinand Hamer was de eerste, die aan die wekstem gehoor gaf. Het was dus billijk, dat Rijsenburg de herinnering aan den kweekeling, die als missionaris het seminarie verliet, om als Bisschop-Martelaar de eeuwige gloriekroon in het Rijk van het Midden te verwerven, door een zijner waardig gedenkteeken zou bewaren voor tijdgenoot en nageslacht. Billijk ook, dat bij de onthulling van dat gedenkteeken de welsprekendste der mede-leerlingen van Ferdinand Hamer, Mgr. dr. Schaepman, het ‘glorievol einde’ van den Apostel en Bloedgetuige zou schetsen.
Dit is geschied op den 25sten Juli.
Het monument, vervaardigd door den kunstenaar Mengelberg te Utrecht, is gehouden in den laat-Romaanschen stijl, dien der kapel van het seminarie, en bestaat hoofdzakelijk in een levensgroot beeld, den doorluchtigen Bisschop-Martelaar voorstellende in vol ornaat, de handen op de borst gevouwen.
Het beeld, waarvan het gelaat de trekken van Mgr. Hamer goedgelijkend weergeeft, is in hout-relief gehouwen uit fijnen Franschen steen en geplaatst in een met rijk ornament versierde nis. Het geheel is omlijst door een krachtigen zwart marmeren rand, die van boven eindigt in een driepas met het Christus-monogram.
In de lijst staan, in het Latijn, de woorden: ‘Al degenen, die met u hier den cursus hunner studiën volbrachten, hebben dit gedenkteeken opgericht op den tweeden verjaardag (Uwer martelie).’ Onder het beeld leest men: ‘Wees gegroet, heiligste ziel, en wees onzer indachtig.’
Op het voetstuk zijn de woorden gegrift: ‘Ter eere en ter nagedachtenis van Ferdinand Hamer, bisschop van Trenite, apostolisch vicaris van Zuid-West-Mongolië, die om Christus' wil de allerwreedste folteringen, hem door een gruwzamen aanslag van goddeloozen aangedaan, moedig doorstond en een bitteren dood stierf onder het Mongolen-volk, 26 Juli 1900, in den leeftijd van 60 jaren.’
De onthulling van het gedenkteeken geschiedde door pastoor Van Blaricum te Montfoort en werd bijgewoond door den hoogeerw. vicaris-generaal van het Aartsbisdom, dr. H. Brouwer, verschillende klasgenooten en den oudsten broeder van Mgr. Hamer.
Na de plechtigheid der onthulling werd bij het gedenkteeken een prachtige lauwerkrans neergelegd door de theologanten, die, naar het woord van dr. Schaepman, door meer dan de gemeenschap der Heiligen met den Martelaar verbonden zijn.