Bij de Platen.
Het portret van den scheepsjongen. -
Reeds geruimen tijd had de visschersbevolking het werk van den schilder met belangstelling en nieuwsgierigheid gadegeslagen, als hij de zee en de bolle of zwellende zeilen op het doek weergeeft, en meer dan één naïeve uitroep had de ongeveinsde bewondering der eenvoudige menschen vertolkt.
Maar toen de fijne stadsche mijnheer had aangeboden, het portret van den scheepsjongen te schilderen, toen waren de omstaanders gewoon in verrukking over zóóveel kunst, of, wil men liever, over zóóveel knapheid. Den jongen uitschilderen zóó als hij daar stond, met den eenen arm in de zij, het hoofd licht gebogen, en het tonnetje naast zich, - neen maar, zoo iets hadden ze nog nooit bijgewoond, ze konden er met hun verstand niet bij, dat een mensch dat zoo vlug en zoo knap en zoo sprekend gelijkend kon klaarspelen
Houding en gebaren van groot en klein drukken de oprechtste bewondering uit, en zelden zal den artiest zoo welgemeende hulde zijn ten deel gevallen als hier aan het Bretonsche strand in deze eenvoudige omgeving.