groot te zijn, - doch hij heeft het ook geleeraard door zijn persoonlijk leven en hoogepriesterlijke daden.
Geleeraard aan Kerk en wereld, aan Christen en heiden, hoe men, gevierd door alle grootheden der aarde, een bijna verbijsterende grootheid van ziel gedurende een kwarteeuw aan den dag kan leggen, en toch eenvoudig zijn kan en nederig, - hoe men dán nog als negentigjarig grijsaard een minzamen glimlach kan blijven bewaren, waaraan gemijterden en gepurperden de zachte, vaderlijke majesteit huns Meesters, en kinderen de inhartelijke goedigheid huns Vaders erkennen.
Daar is in heel de rij van Petrus' opvolgers geen Paus geweest, wiens majesteit meer in eenvoud blonk. Den eenvoud van het verhevene.
***
Die eenvoud is de grondtoon, welke de machtige symphonie van Leo's encyclieken doorklinkt.
Die apostolische stukken zijn allereerst de Godsdaden van een Richter en Leeraar der volkeren, maar het zijn tevens scheppingen van een menschelijk genie.
Want hun heldere eenvoud is allereerst de wisse, in Gods Geest geziene, wijsheid,
De heldre vlaegh van eenen Pinxterzegen,
gelijk Vondel spreken zou, doch het is ook de som van den arbeid eens denkers, die niet rustte, voor hij de wezenlijke kern vond der vele vragen van zijn tijd, die durfde gaan staan midden in alle zedelijke beweging zijner eeuw en die beweging als het ware over, om en door zich heen liet gaan, doch zelf niet onderging.
Leo XIII was de door Gods Geest gesterkte sterke, die rustig boven den chaos van onrecht en ellende rees en levenwekkende, zielen-bevruchtende woorden over de wereld zond.
Woorden in de taal van onzen tijd aan de menschheid van onzen dag, woorden met herscheppende kracht, wijl zij de lijnen hebben getrokken, naar welke zich de maatschappelijke verhoudingen veilig zullen regelen, wijl zij de woorden waren van gerechtigheid en recht, van wijsheid en wetenschap, die van alle eeuwen zijn.
Van één dier wondere Apostel-brieven heeft Schaepman gezegd, dat de redeneeringen elkander dekken als de schubben van een pantser, dat de taal eenvoudig en klaar is als kristal, maar van een bezielde en bezielende klaarheid: kristal, doortinteld van zonnestralen.
Zóó is de eenvoud van het eeuwige, zóó de klaarheid van het wezenlijke, zóó de helderheid van het echte genie.
En herinner u Leo's Rozenkrans-encyclieken, - heeft niet de eenvoudigste onder de eenvoudigen die verstaan? Het oude, arme moedertje, dat geen weg meer weet met een kerkboek, hebben zij geleerd, dat de persoonlijke, bijzondere devotie van den doorluchtigen Wijze te Rome geen andere is dan de hare, en met inniger godsvrucht heeft zij aan de kralen van haar kettinkje gebeden....
***
Leo XIII, - die naam is ons heilig in alle beteekenissen, zeiden wij boven, heilig in den zin van dierbaar misschien het eerst, maar zeker het hoogst in de eerbiedwekkendste d.i. in de eigenlijke beteekenis van het woord.
Want is er geen liefdegevoel in ons hart, dat dezen Paus heilig verklaart bij zijn leven, en dat ons, na zijn verscheiden, tot Hem zelven zal doen bidden om troost, als tot een gezaligde?....
Is dat niet de diepste en onuitwisch baarste indruk, dien zoovele geloovigen medenamen uit de Eeuwige Stad, waar zij met een traan in de oogen de witte, glimlachende majesteitsfiguur van dezen Paus hadden gezien?
Zijne Heiligheid, - men kan in dit jubeljaar dien titel nauwelijks noemen zonder de bijgedachte, dat voor dezen heiligen Vader, voor dezen grijzen Petrus die titel meer dan een eerenaam is.....
C.R. de Klerk.