Allerlei.
Een goochelaars-gauwigheid. -
Een der beroemdste goochelaars was Torrini, die te Rome zijnde, op zekeren keer werd uitgenoodigd, aan het pauselijk hof een voorstelling te geven. Toevallig had hij den dag te voren bij een horlogemaker een horloge gezien, waarvan deze hem verzekerd had, dat het het eenige pendant was van het beroemde horloge van kardinaal X. en pas daags te voren uit Parijs was aangekomen. Torrini kocht het horloge voor een zeer hoogen prijs.
Aan het slot van zijn voorstelling voor het pauselijk hof verzocht Torrini, hem een zeer kostbaar, zoo mogelijk op de geheele wereld eenig voorwerp te geven. Dit verzoek had voor gevolg, dat de kardinaal op den wensch des Pausen den goochelaar zijn horloge ter hand stelde. Nu liet Torrini zich een mortier en een stamper geven en stiet tot ontzetting van alle aanwezigen het onwaardeerbare kleinood in gruizelementen.
De kardinaal verklaarde met sidderende stem, dat van een verwisseling geen sprake kon zijn, daar hij in de overblijfselen zijn horloge maar al te goed herkende; in werkelijkheid was natuurlijk het pendant door den handigen goochelaar verbrijzeld.
Van dit oogenblik van algemeene ontroering maakte Torrini gebruik, om ongemerkt het eerste horloge in den zak des Pausen te laten glijden. Zoodra het weer kalm was geworden, noodigde de goochelaar de aanwezigen uit, iemand aan te wijzen, die stellig niet kon worden verdacht, met hem in betrekking te staan. Zooals hij wenschte, werd de H. Vader aangewezen.
‘Goed,’ zei Torrini, ‘ik wil, dat het horloge zich geheel gerepareerd in den zak van Zijne Heiligheid bevinde.’ De Paus tastte in zijn zak en haalde er natuurlijk het horloge uit te voorschijn, dat hij den verbluften kardinaal ter hand stelde.