Bij de Platen.
Winterlandschap. -
een verdachte zaak, naar m. lebling.
Al heeft de guurheid van den winter voor de meesten weinig aantrekkelijks, tenzij men wellicht, behaaglijk aan het hoekje van den haard gezeten, met de woede der ontketende elementen spot, niemand zal ontkennen, dat ook een winterlandschap zijn eigenaardige bekoorlijkheid bezit.
Zulk een bekoorlijkheid ademt onze eerste gravure in dit nummer, waartoe zoowel de smettelooze blankheid der sneeuw, de ijlheid der bladerlooze boomen, wier getakte scherp afsteekt tegen de dikke lucht, en de fantastische vormen der eenzame huizinge bijdragen.
Een beeld van triestige verlatenheid biedt onze gravure toch niet, integendeel, ook hier zien wij in haar schijnbare doodschheid het volle, rijke leven der natuur, zij het al in een andere gedaante, dan bij voorbeeld lente of zomer te aanschouwen geeft. Altijd zomer zou op den duur eentonig en saai worden; juist de geregelde afwisseling in het leven en de ontplooiing der natuur schenkt het hoogste genot.