De dood van generaal Marceau. -
Van de generaals uit den tijd der Fransche Revolutie hebben zich Marceau en Hoche niet enkel door hun veldheerstalent onderscheiden, maar ook door een in dien tijd zeldzame menschelijkheid, vooral blijkend bij de oorlogen in de Vendée, waar anders de afgezanten en generaals der Conventie met de uiterste wreedheid optraden. Beiden waren pas even twintig jaar oud, toen hun de leiding van republikeinsche legers werd toevertrouwd, en hadden nog niet den leeftijd van dertig jaar bereikt, toen hen op Duitschen bodem de dood verraste.
François Séverin Desgraviers Marceau was den ien Maart 1769 te Chartres geboren. Hij trad vroeg in den krijgsdienst, verdedigde in 1792 Verdun aan het hoofd van een bataljon vrijwilligers, nam daarna als eskadronschef in een regiment kurassiers deel aan den strijd in de Vendée en werd na den slag bij Saumur wegens de daar betoonde dapperheid tot brigade generaal benoemd. Als Kléber's opvolger kreeg hij het opperbevel over het leger van het Westen en zegevierde den 12en December 1793 bij Le Mans. Wegens zijn grootmoedigheid tegenover de overwonnenen werd hij echter teruggeroepen uit de westelijke provincies, waar hij zoo dapper gestreden had. Twee jaar later trof generaal Hoche hetzelfde lot, toen hij in 1795 de royalisten overwonnen had. Hij moest zijn commando neerleggen, maar de Republiek kon zoo voortreffelijke veldheeren niet ontberen.
Marceau voerde in de beide slagen bij Fleurus het bevel over den rechtervleugel van het Ardennen-leger, maar moest voor den Oostenrijkschen aartshertog Karel wijken. In het jaar 1796 stond hij aan het hoofd der troepen, die tot insluiting van Mainz, Ehrenbreitstein en Mannheim waren achtergelaten en trok zich na de slagen bij Amberg en Würzburg aan de Lahn terug. Bij de verdediging van den pas van Altenkirchen tegen de Oostenrijkers wilde hij den 19en September, vergezeld door kapitein Souhait en eenige officieren, het terrein verkennen. Eer Tiroler jager, achter een hek verscholen, loste een geweerschot op hem, dat hem doodelijk wondde. Hij viel van het paard en zonk in de armen van zijn metgezellen, wien niets overbleef dan hem naar Altenkirchen te brengen en hem in de menschlievendheid van den Oostenrijkschen bevelhebber aan te bevelen, die pas bezit had genomen van de stad.
Op onze gravure zien wij den jeugdigen held op een geïmproviseerde draagbaar, terwijl de Oostenrijksche commandant getroffen belooft, zijn ten dood gewijden tegenstander, een van de vermaardste generaals der Republiek, onder zijn bescherming te nemen. Op de gezichten van Franschen en Oostenrijkers is dezelfde verslagenheid te lezen. Den 23en September stierf Marceau, en evenals de voornaamste Oostenrijksche generaals hem op zijn sterfbed bezocht hadden, zoo werd ook zijn begrafenis door de geschut-salvo's der beide legers gevierd. Op de plaats, waar hij gevallen was, en in zijn geboortestad Chartres werd den zeven-en-twintig-jarigen held een gedenkteeken opgericht.