Consummatum est.
Toen aan Zijn kruis de lieve Heere hing,
En had verwonnen Zijner menschheid nooden:
Een hooge sterke Heerscher, Dien wèl dooden
Maar niét verslaan kon lichaamsfoltering -
Is Zijne ziel 't arm smartenlijf ontvloden -
Dat nu aan 't schandhout stil verbloeden ging -
Gelijk der aard een blanke hemeling,
Die heeft volbracht Gods heilige geboden.
En - zegcvierend over 't sterflijk stof,
Aanschouwend den wijd-open hemelhof,
Waar d' Engelen Hem jubelend verbeidden.
Genoot Zijn ziel zoo wonder-zoete vreugd
Als nooit op aarde menschen-hart verheugt:
Dat van Zijn Rijk Hij nimmermeer zou scheiden!
de beweening van christus, naar de schilderij van andrea del sarto,
in het Keizerlijk Koninklijk Schilderijer.-Museum te Weenen.