Generaal Pieter Andries Cronjé.
‘Cronjé heeft gecapituleerd!’ - Als een treurmare vloog deze tijding door de wereld, in het eerste oogenblik met ongeloof en twijfel ontvangen, later, toen niet meer getwijfeld kon worden, met een gevoel van onuitsprekelijk leedwezen begroet.
Op hoeveel uitstekende commandanten de Boerenlegers ook mogen wijzen, hoe sympathiek de namen van een Hans Botha, een Lucas Meyer, een Schalk Burger, van Prinsloo, Grobler, Wessels, Snijman en zooveel anderen ook mogen zijn, hoeveel eerbied en bewondering men ook gevoelt voor den grijzen opperbevelhebber, generaal Joubert, - de naam van Cronjé bezat een tooverklank als geen andere, de faam had om zijn hoofd een stralenkrans gevlochten van onstuimige dapperheid, stout beleid en aangeboren veldheersgaven, waarbij de roem van alle overigen verduisterde.
Hoe groote teleurstelling en smart de tijding van Cronjé's overgaaf ook verwekte, bewondering behield weldra de overhand, toen men de bijzonderheden vernam van den ongelijken, wanhopigen strijd, die de capitulatie was voorafgegaan. Was Cronjé's terugtocht een meesterstuk geweest van tactiek, zonder weerga is zijn heldhaftig standhouden aan de Koedoesranddrift, waar hij tien dagen lang haast zonder geschut het hoofd bood aan een tienvoudige overmacht, beschikkend over meer dan honderd vuurmonden, die zonder ophouden dood en verderf braakten in de spelonk, waarin dooden en levenden zonder hoop op verlossing waren opgesloten.
Een kloek en stout stuk was het verslaan van Jameson's bende bij Doornkop, een schitterende overwinning de slag van Magersfontein, waarin generaal Wauchope's Hooglandersbrigade werd vernietigd, maar als wapenfeit staat onvergelijkelijk hooger de tiendaagsche strijd aan de Modderrivier, waarvan niet den overwinnaar, maar den overwonnene alle eer toekomt. Veldmaarschalk Roberts mag de held van Kandahar zijn, de held van Paardeberg en Koedoesranddrift is niet hij, maar Cronjé, en zelfs Engelsche bladen, hoe partijdig en verblind ook, aarzelen niet dit te erkennen.
Welnu, deze dappere soldaat en ervaren krijgsoverste is een eenvoudig, ongeletterd man, een landbouwer en hartstochtelijk jager. Zijn hoeve staat in Potchefstroom-district, waar hij zich met zijn zonen aan den landbouw en de jacht wijdde. Hij had een afkeer van het stadsleven en is ook nooit, als generaal Joubert, candidaat geweest voor het presidentschap, hoewel menigeen hem daarvoor uitstekend geschikt achtte. Zijn eenige waardigheid was het lidmaatschap van den Uitvoerenden Raad, waar aan zijn adviezen hooge waarde werd toegekend en hij tegenover iedereen, ook tegenover president Kruger, zijn meening met de rondheid van een soldaat verdedigde.
In November 1880 trad Cronjé te Potchefstroom op den voorgrond. Een zekere Bezuidenhout weigerde aan de Engelsche regeering - die sedert 1877 Transvaal had onderworpen - belasting te betalen, en men kwam om zijn have en goed te verkoopen. Er ontstond een volksverzameling; Cronjé kwam er bij en sloeg den verkooper tegen den grond. Dit was het sein tot den opstand. Vijf dagen later werd door Pretorius, Kruger en Joubert te Heidelberg de Republiek uitgeroepen, en Cronjé, aan het hoofd van zijn zoons en buren, begon het kleine Engelsche garnizoen te Potchefstroom te belegeren, dat zich weldra moest overgeven.
Toen de oorlog in 1881 geëindigd was met de onafhankelijkheid der Zuid-Afrikaansche Republiek, keerde Cronjé naar zijn hoeve terug en bleef daar, tot de inval van Jameson hem weer opriep. En toen in October van het vorig jaar de oorlog uitbrak, werd hij belast met het bevel over het westerleger, leidde eerst de belegering van Mafeking, daarna die van Kimberley, sloeg den aanval van lord Methuen's leger op zijn stellingen te Magersfontein zegevierend af en bestuurde op meesterlijke wijze den aftocht zijner troepen, nadat het zware geschut in veiligheid was gebracht. En al heeft hij ten slotte het onderspit moeten delven tegen de verpletterende overmacht, Cronjé's naam zal in de geschiedenis genoemd blijven als die van een onverschrokken en beleidvol legeraanvoerder, als een der gloriën van de Zuid-Afrikaansche Republiek.