De
Vincentius-Tentoonstelling te 's-Gravenhage.
‘De christelijke liefde is vindingrijk,’ zei Mgr. Heyligers, deken van 's-Gravenhage, op Zondag 23 Juli jl., toen hij door den heer Weve, president van den Bijzonderen Raad der St.-Vincentius-Vereeniging, werd uitgenoodigd, de tentoonstelling te openen, door de Haagsche Conferentie met onvermoeiden ijver en veel smaak georganiseerd. ‘Zij versmaadt zelfs nietige middelen niet: postzegels, capsules, oude pennen, sigarenpuntjes en wat al niet meer weet zij dienstbaar te maken, om haar goede werken te steunen. Maar een liefdadigheidsloterij draagt in bijzondere mate den stempel der liefde, daar zij vele liefdewerken te gelijk omvat. Aan groote offers kan men de liefde herkennen. En waar worden grooter offers gebracht dan hier? Offers van de leden, die loten trachten te plaatsen; offers van de weldoeners, die zooveel prijzen, vaak van aanzienlijke waarde, bijeenbrachten; offers van degenen, die de loten kochten.’
Onder inroeping van Gods besten zegen, verklaarde Mgr. Heyligers de tentoonstelling geopend, die tot 13 Augustus heeft geduurd, zich in een ongemeen druk bezoek mocht verheugen en - wat de hoofdzaak is - een daaraan geëvenredigd succès bereikte.
De Haagsche Conferentie der St.-Vincentius-Vereeniging is het eerst op het vernuftige en voordeelige denkbeeld gekomen, een kunsttentoonstelling te organiseeren, daaraan een loterij te verbinden, en verder door muziekavonden en allerhande vermakelijkheden publiek te lokken - groot en klein - ten einde zoodoende een nieuw hulpmiddel te hebben, om haar steeds stijgende uitgaven te bestrijden. De eerste maal was het een proefneming; dat is het thans niet meer, en iedere volgende ‘driejaarlijksche’ levert een zoo aanzienlijke bate op, dat stellig ook bij andere Conferenties het plan zal rijpen, het voorbeeld der Haagsche zustervereeniging, zij het ook op meer bescheiden schaal, te volgen.
Wij zeggen opzettelijk: op meer bescheiden schaal, want maar weinige Conferenties zullen kunnen bereiken wat de Haagsche, dank zij de welwillende en belangelooze medewerking van zoovelen, kon tot stand brengen.
De Haagsche bladen, vooral de Residentiebode, hebben met de meeste waardeering gesproken over de fraaie, kostbare inzendingen, over de smaakvolle polychromie der tentoonstellingszaal en de verdere decoraties; zij hebben ook de benedenzaal niet vergeten, waar mutoscopen, phonografen, krachtmeters, automaten enz. groote aantrekkingskracht uitoefenden. Zij hebben welverdiende hulde gebracht aan de velen, die tot het slagen der tentoonstelling en het doel der tentoonstelling zoo belangeloos hebben meegewerkt.
kijkjes op de haagsche vincentius-tentoonstelling.
Middel-étalage en zijwand.
kijkjes op de haagsche vincentius-tentoonstelling.
Het hoekje bij den ingang.
Onze hulde moge bestaan in het weergeven van een paar kijkjes in de verrassend mooie tentoonstellingszaal. Den lezers, die ze bezichtigd en bewonderd hebben, zal het een surprise zijn, ze hier nog eens terug te vinden; de overigen zullen stellig met belangstelling èn de zaal èn de fraaie étalages beschouwen en ons toegeven, dat beide een zeer smaakvol geheel hebben opgeleverd.