Per ijsbreker naar de Noordpool.
De groote vraagstukken van het aardrijkskundig onderzoek, waarvan Alexander von Humboldt nog sprak, zijn bijna alle opgelost. Als sneeuw voor de zon zijn op de wereldkaart de witte plekken verdwenen; maar over één dier plekken ligt toch nog altijd een dichte, raadselachtige sluier, nog altijd onbereikt is de ultima Thule, de Noordpool.
Als een geweldige magneet trekt de Pool de natuurvorschers tot zich. Millioenen zijn al ten offer gebracht om dat onbekende gebied te veroveren. Duizenden koene kampvechters zijn tot dat doel uitgetrokken, maar de meesten hebben in den gruwzamen, bijna eeuwigen nacht en het eeuwig ijs hun graf gevonden; wel is door die tochten al veel verborgens aan het licht gekomen, maar de Pool zelf heeft nog niemand gezien.
Dichter dan alle anderen is de even koene en volhardende als gelukkige Frithjof Nansen het geheimzinnig gebied genaderd; maar wellicht voor altijd verloren is Andrée, die romanheld onder de Noordpoolvaarders! Heel natuurlijk doet zich dan ook de vraag op, of men den 90en breedtegraad wei ooit bereiken zal. Op de tot dusver gevolgde wegen zeker niet!
Thans echter heeft de Russische admiraal Makarof een nieuw denkbeeld opgeworpen, even geniaal als echt modern, volkomen in overeenstemming met onzen tijd van grootsche uitkomsten op het gebied der techniek: hij wil met ijsbrekers de Pool zoeken te bereiken, de muren en wallen van ijs wil hij breken, verbrijzelen, wel langzaam, maar waarschijnlijk zeker, en de laatste hooge burcht der Arctis zal gevallen zijn!
Zoo avontuurlijk als dit plan er op het eerste gezicht uitziet, is het evenwel niet; het berust op koele, wetenschappelijke berekening en gedeeltelijk zelfs op ervaring. Admiraal Makarof is als onderzoeker van het noordelijke deel van den Stillen Oceaan met roem bekend en heeft reeds sinds omstreeks 1865 in Kroonstad en andere Russische havens proeven met ijsbrekers genomen, waarbij hij rijke ervaring heeft opgedaan.
Hierop grondt hij de volgende berekening.
Een ijsbreker van 3000 paardekracht beweegt zich betrekkelijk gemakkelijk in ijs van ongeveer een meter dikte en doorboort ijswallen van vijf meter hoogte. Sterker ijsbrekers werden in den laatsten tijd te Wladiwostock met het beste gevolg aangewend.
Nu bereiken volgens Nansen's opgaven de ijswallen in de poolstreken maar zelden de hoogte van acht meter, een derde deel van de Poolzee is ijsvrij, de ijsmassa's zijn daarbij in den zomer door het dooien week en ten gevolge van zoutafscheidingen en ophoopingen dikwijls in spleten gescheurd. Derhalve moet volgens Makarof's berekeningen een ijsbreker van 20.000 paardekracht alle moeilijkheden overwinnen en de Pool, van den 78en breedtegraad af, in twaalf of veertien dagen kunnen bereiken. Een nog beter en zekerder gevolg voorspelt de admiraal, na zijn jongste ervaringen, van twee ijsbrekers, die achter elkander moeten werken ieder met 10.000 paardekracht en 6000 ton waterverplaatsing.
Dit is in het kort het plan van Makarof, dat aanstonds aangenomen is, daar het in de belanghebbende kringen onmiddellijk een beslist vertrouwen vond. In Engeland werden bij W.G. Armstrong, Whitworth & Co., te Newcastle aan de Tyne, twee schepen als bovenbedoeld op de werf gezet, waarvan het eerste onlangs van stapel is geloopen. Daar het hier een heel nieuwgevormd schip geldt, verdient het wel, wat nauwkeuriger beschreven te worden.
De Ermak, zoo heet de stoomer, is 305 voet lang, 71 voet breed en 42 voet diep en heeft een waterverplaatsing van 8000 tons.
De bijzonder sterk gebouwde scheepsromp wordt gevormd uit zware stalen balken, die maar twee voet van elkaar afstaan en tusschen hoofd- en middeldek nog door tusschenribben versterkt worden. Deze balken zijn bekleed met uiterst zware staalplaten, terwijl ook de overlangsche balken, de dekbalken en alle verdere constructiedeelen zoo sterk mogelijk genomen zijn met het oog op den reusachtigen druk, waaraan de scheepsromp in de geweldige ijsmassa's zal zijn blootgesteld.
Om de gevaarlijke gevolgen van de botsing te verhoeden, het harde van den sloot te verminderen en te voorkomen, dat het schip een lek krijgt en daardoor zinkt, is de scheepsbodem, evenals bij de oorlogsschepen en nieuwste stoomschepen, dubbel en in een aantal (48) waterdichte schotten verdeeld.
Om deze afdeelingen wat stevigheid en weerstandskracht betreft, te beproeven, werd het schip op stapel aan een drukking blootgesteld, als wel nooit zal zijn voorgekomen. Men zette, ondanks de ontzaglijke moeilijkheden, die het zou kosten, het nog op de helling staande schip zoo noodig te steunen, de afzonderlijke afdeelingen onder een waterdruk van 40.000 centenaars.
Niettegenstaande dezen reusachtigen druk onderging de scheepsromp noch in zijn geheel noch in zijn verbindingen de minste verandering, er moet zelfs geen bout gesprongen zijn. - Respect voor de scheepswerf en voor den bouwmeester van het schip!
Voor het geval dat het schip toch een aanmerkelijk lek, misschien zelfs in den dubbelen bodem bekomen mocht, zijn inrichtingen aangebracht om het overzij te halen, zoodat de kiel en de scheepsbodem bloot komen en hersteld kunnen worden.
Ten slotte zijn ook aan de lange zijden in de waterlijn schotten aangebracht, die een waterdichte, vrije ruimte vormen en bij averij aan den buitenkant evenals de dubbele bodem het water beletten in het binnenste van het schip te dringen en het bovendien een aanmerkelijk hooger drijfvermogen geven.
Met heel bijzondere zorg moest de voorsteven ingericht worden. Men stelle zich maar eens voor met welke kracht een zoo zwaar scheepslichaam, door 10.000 paardekracht gedreven, tegen een zoo hard materiaal als poolijs van gemiddeld twaalf voet dikte moet aankomen. Het kwam er op aan, dien stoot te verminderen, door hem over ruimte en tijd te verdeelen. Zoo liet men den voorsteven, den boeg, niet als gewoonlijk bij de stoombooten steil van de verschansing tot de kiel neerdalen, maar men trok den boeg ver naar voren op de wijze van een ram aan een oorlogsschip en liet hem naar onderen afgerond zacht in de kiel overgaan.
Hierdoor heeft de aantasting van het ijs niet als een plotselinge botsing plaats, maar meer als een glijdenden stoot. Blijkt het ijs - en