Aan den Lezer.
Trouw aan onze oude gewoonte, komen wij, bij de intrede van den nieuwen jaargang der Nieuwe Belgische Illustratie, u, waarde lezer of lezeres, weer met een enkel woordje uitnoodigen ons met uw belangstellende aandacht te volgen. Wij doen dat met vertrouwen, omdat wij voor elkander geen vreemdelingen zijn, maar goede oude kennissen, die van weerskanten weten wat zij aan elkander hebben.
Nu al vijftien jaren lang verschijnt de Illustratie wekelijks of maandelijks in de katholieke gezinnen als een gezellig huisvriend, die altijd wat weet te vertellen, nu eens ernstig, dan weer grappig, die ook onderhoudend en bevattelijk weet te praten over onderwerpen van kennis of kunst; die, als de gelegenheid het meebrengt, ook een hartig, stichtelijk woordje weet te zeggen zonder ooit te vervallen in den preektoon van den zedenmeester, en die vooral - want dit geeft de grootste aantrekkelijkheid aan zijn bezoek - altijd wat moois meebrengt om te laten zien.
Daardoor is die huisvriend de lieveling geworden van oud en jong, en dat hoopt hij nog lang te blijven, omdat hij weet dat in de gezinnen, waar hij de welkome gast is, geen plaats is voor de verdachte bezoekers, die hij niet luchten kan en die hij overal zou willen weren, dat zijn de slechte boeken, tijdschriften en bladen, die tegenwoordig overal weten binnen te dringen.
Om dat gedaan te krijgen, wil hij zich alle moeite getroosten ten einde zijn oude vrienden maar duurzaam te boeien; daarom blijft hij gestadig zorgen, steeds voor elk wat wils mee te brengen, opdat al de leden van het gezin, grooten en kleinen, geletterden en eenvoudigen, elk op zijn beurt, iets van hun gading mogen ontvangen en niemand zich beklagen kan, dat hij wordt overgeslagen.
Let maar eens op de verrassende verscheidenheid, waarmee deze jaargang zich weer inzet! Natuurlijk zullen er wel mopperaars zijn, wien dit eerste nummer niet bevallen kan. Het zou wel een wonder wezen, als de Illustratie kon wat, volgens de oude Latijnen, zelfs Jupiter niet vermocht, namelijk het allen menschen naar den zin te maken. Maar wie geen volslagen Nurks of van het hondje der modern-artistiekerige vitzucht gebeten is, zal moeten erkennen dat dit eerste nummer veel moois geeft en nog veel meer belooft.
Doch waartoe nog langer vooraf gepraat? Ge hebt immers zelf oogen in 't hoofd om te zien, gezond verstand en goeden smaak om te oordeelen. Welnu, dan durven wij u van de lectuur der Illustratie ook dit jaar menig genoeglijk, opwekkend uurtje beloven. En hiermee lectori salutem!