De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

Bij de Platen.

Ter bedevaart. -

We zijn in het katholieke Bretagne, waar vooral onder de visschersbevolking van de kust het oudvaderlijk geloof nog in onverzwakte kracht voortleeft. Daar worden de oude vrome gebruiken nog in eere gehouden en vindt men tal van bedevaartplaatsen, bevoorrechte heiligdommen, waartoe de geloovige bevolking in tijden van nood of rampspoed haar toevlucht neemt.

Onze gravure stelt zoo'n oud eerwaardig heiligdom voor; tegen den achtergrond onderscheiden wij onder een gothisch baldakijn een middeleeuwsche beeldengroep, een naïeve voorstelling van Christus in het graf, beweend door de vrome vrouwen met Maria, Johannes en Jozef van Arimathea. Dergelijke voorstellingen treft men veel in oude

[p. 176]

kerken aan en ze zijn het voorwerp van godvruchtige vereering.

Op ons tafereel zien wij een moeder met een kind op den arm voor de heilige groep geknield. Dat kind is blijkbaar ziek en nu komt zij, door de voorspraak der Moeder van Smarten, de genezing afsmeeken van haar lieveling. Wie weet welk een verre voetreis zij gemaakt heeft naar dit genadeoord; maar wat doet een moeder niet voor haar kind? Zij heeft ook niet verzuimd haar offergave mee te brengen - wat bloemen, het geschenk der armen.

Op den achtergrond staan een man en een oude vrouw in biddende houding; misschien de vader en de grootmoeder van het ongelukkige kind. In elk geval spreekt uit hun houding en gelaat diepe deelneming met de biddende moeder.

Behouden thuiskomst. -

Ook een tafereel uit het visschersleven, maar even vroolijk als het eerste treurig was. De visscher keert behouden huiswaarts van de reis en wordt op het strand verwelkomd door zijn vrouw en kinderen, die al uren lang met ongeduld het binnenvallen van de visscherspink hebben verbeid. Blijkbaar heeft hij een goede vangst gehad, waarvan hij zijn vrouw onder het naar huis gaan de bijzonderheden vertelt. Maar nog meer genoegen dan de rijkste vangst verschaft hem het gelukkig weerzien van de zijnen.