Straattooneel uit het oude Pompeji. -
Wie Italië en Rome bezoekt, verzuimt ook niet een kijkje te nemen in de ruïnenstad Pompeji, die ons met haar opgegraven straten en pleinen, huizen en tempels een duidelijk beeld geeft van het leven der Romeinen in de eerste eeuw der christelijke jaartelling. In het jaar 79 na Christus bij een geweldige uitbarsting van den Vesuvius onder den lavastroom bedolven, werd Pompeji eerst in de helft der vorige eeuw weer ontdekt en is sedert voor het grootste, althans het voornaamste deel weer geheel aan het daglicht gebracht. Wat men daarbij aan beeldwerken, mozaïeken, huisraad en dergelijke voorwerpen gevonden heeft is zorgvuldig in het museum te Napels geborgen en de rest heeft men eenvoudig laten staan. Voor een uitvoerige beschrijving verwijzen wij naar den 8en jaargang, waar men in het reisverhaal Per extra-trein naar Rome het voornaamste omtrent de belangwekkende ruïnenstad meegedeeld en met platen toegelicht vindt.
Beter dan uit boeken en afbeeldingen kan men te Pompeji door eigen aanschouwing leeren hoe de aanzienlijke Romeinen uit keizer Titus' tijd hun huiselijk leven hadden ingericht. Met voorliefde heeft daarom de kunst, als zij ons dat leven schilderen wilde, hier studies gemaakt. Eenmaal zelfs werden de bijna twee duizend jaar oude bouwvallen weer verlevendigd door een bont menschengewoel in de schilderachtige oud-Romeinsche kleederdrachten. Het was, toen voor een jaar of veertien in Pompeji het veelbesproken antieke feest gevierd werd ten voordeele van de slachtoffers der aardbeving op het eiland Ischia.
Ook de Italiaansche schilder, wien wij ons tooneeltje te danken hebben, heeft met dichterlijke verbeeldingskracht den dooden steenen weer nieuw leven weten in te blazen. Door de met groote keien geplaveide straat wandelt de schoone slavin met de wijdbuikige amphora of waterkruik; het bloemenmeisje fluistert haar een geheim in het oor, terwijl de tabellarius of geheimschrijver, naar het gebruik van den tijd ook een slaaf, zich over de vriendelijk hem toegereikte kruik buigt om er een flinken teug uit te nemen. Verder ontdekken we een zwaard- of speervechter, die de aankondiging leest van het eerste gladiatorenspel, met groote letters geschilderd op den muur van het huis, dat met het opschrift Salvete (welkom) den bezoeker vriendelijk uitnoodigt. Een half opgeschoten knaap draagt op zijn hoofd een plank met de verfpotten, terwijl wij op den achtergrond den winkel van een handelaar in gevogelte onderscheiden.
Zóó of zoo ongeveer moet het er in de van ouds beroemde Colonia Venerea Cornelia Pompeji, de bloeiende stad van weelde en vermaak hebben uitgezien eer de Vesuvius ze onder de asch bedolf.