De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15

Allerlei.

Bankpapier en microben. -

In een Duitsch blad vinden wij meegedeeld, dat het bankpapier, waar we mogen wel zeggen alle menschen zoo op uit zijn, dikwijls de ergste ziekten kan voortplanten wegens de, natuurlijk miscroscopisch kleine, diertjes, die daarop voortwoekeren. Vooral de bankbiljetten van betrekkelijk kleine bedragen gaan door zooveel verschillende, gedeeltelijk zeer onreine, ziekelijke handen, en nemen natuurlijk overal wat mee.

De Engelsche Bank geeft alle bankbiljetten maar eens uit. Komen ze bij haar terug, dan worden ze vernietigd, ook al zou het binnen een half uur zijn. Wie zich b.v. aan de Engelsche Bank 100 pond sterling in bankbiljetten van 5 pond laat uitbetalen, krijgt nieuw bankpapier. Mocht het nu iemand, voor hij het gebouw der Bank verlaat, invallen, dat hij 20 pond aan gemunt geld noodig heeft, dan laat hij zich voor vier bankbiljetten van 5 pond 20 sovereigns geven, en dadelijk worden de teruggegeven bankbiljetten vernietigd. Op die manier hebben de bacillen natuurlijk niet veel gelegenheid zich voort te planten.

De bezoekers der wereldtentoonstellingen. -

De meeste bezoekers heeft tot dusver de Parijsche wereldtentoonstelling van 1889 gehad, die in 183 dagen door 32.354.111 personen bezocht werd. De gebouwen besloegen een oppervlakte van 30 hectaren en herbergden 60.000 exposanten. Het volgende staatje bevat de voornaamste wereldientoonstellingen voor 1889 en het aantal bezoekers bijeengenomen en gemiddeld per dag:

		Bezoekers.	Gemiddeld aantal bezoekers p. dag.
Londen	1851	6,039,195	41,933
Parijs	1855	5,162,330	25,811
Londen	1862	6,211,103	37,325
Parijs	1867	10,200,000	47,470
Weenen	1873	7,254,687	39,003
Philadelphia	1876	9,910,966	62,323
Parijs	1878	13,000,000	67,010

De wereldtentoonstelling te Chicago in 1893 werd door 2,352,900 personen bezocht.

Hooge prijzen voor vlinders. -

Het museum voor natuurlijke historie te New-York heeft onlangs de prachtigste verzameling vlinders, die er op de wereld is, verkregen en in zijn zalen tentoongesteld. Een schaar verzamelaars doorvorschte daartoe alle hoeken der wereld om de zeldzaamste exemplaren. Voor vlinders worden niet zelden hooge prijzen besteed, en enkele particuliere verzamelingen, als bij voorbeeld die van W. Rothschild te Tring, worden op meer dan een millioen gulden geschat. Een der Rothschild's moet voor een vlinder, die thans heel gewoon is, een paar duizend gulden betaald hebben. De vraag naar zeldzame soorten van deze insekten heeft ook bedriegerijen in het leven geroepen. Zoo verft men vlinders kunstmatig of zet vleugels van de eene soort aan het lichaam van een andere, - met welke ‘buitengewone’ exemplaren men dan onnoozele verzamelaars tracht beet te nemen.