De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15(1898)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] De zwerver. Den ganschen dag had 'k moederziel alleen 't Gebergt doorzworven, over struik en steen. Des avonds keerde ik in de vlakte weer En zette me aan den zoom des landwegs neer. Daar kwam een troepje mannen, afgemat Van 't dagwerk huiswaarts keerend, langs het pad. Verwonderd, vorschend zagen zij mij aan, Maar groetten mij toch vriendlijk onder 't gaan. Van 't dorp komt hun een jubelende stoet Van kindren met hun moeders te gemoet. Dat is me een vreugd bij 't wederzien, een pret, Als de een zijn jongsken op zijn schouders zet, En de ander 't blonde meisjeskopje streelt Of 't kleinste kind de hand reikt, hard vereelt. Naar E. Zittelmann. Nu ging 't gezamenlijk naar 't dorp, en lang Hoorde ik van verre nog hun luid gezang. Ik staarde stil en somber voor mij heen En dacht aan eigen kindsheid, lang geleên; Aan 't ouderhuis, aan moeder, wier gelaat, Zoo engelzacht, mij nog voor oogen staat; Aan vader ook, wiens hand, zoo trouw en teer, Ik niet mocht drukken sedert jaren meer. Och, vader, moeder, waart ge nog op aard! Dan ach, der jaren last hadde u bezwaard. Nu rust gij lang van 't zwerven hierbeneên, Maar ik heb geen tehuis, weet niet waarheen.... Er joegen donkre wolken aan de lucht. Ik stapte verder met een diepen zucht.... J.R.v.d.L. de zwerver, naar de teekening van h.g. jentsch. [pagina 77] [p. 77] h.-sacramentsprocessie in het gebergte, naar de schilderij van lorenzo delleani. Vorige Volgende