De H. Catharina.
De H. Catharina, wier feestdag door de Kerk op den 25en November wordt gevierd, behoort tot de oudste en meest algemeen vereerde heiligen, en stierf te Alexandrië den marteldood voor Christus in de eerste jaren der vierde eeuw.
Volgens de aloude overlevering stamde zij uit een aanzienlijk geslacht en was zelfs van vorstelijk bloed. Daarbij jong en schoon, trok zij de aandacht van den tiran Maximinus II, die te Alexandrië gebood en reeds menige vrouw ten val had gebracht. Zijn schandelijke toeleg leed echter schipbreuk op de standvastige kuischheid der maagd, die haar deugd als het kostbaarste goed bewaakte en, alle verleiding der wereld schuwende, haar hoogste genoegen vond in de beoefening der wetenschappen.
Zij stond dan ook te Alexandrië als een uitstekende geleerde bekend, waarom Maximinus besloot haar te beschamen door te gelasten dat zij in een openlijk twistgesprek met de heidensche wijsgeeren haar geloof in Christus verdedigen zou. Sterk door haar grondige studie, maar meer nog door de voorlichting van Boven, weerstond het jeugdige meisje moedig de gansche geleerde vergadering. Zij weerlegde de tegenwerpingen der heidenen met zulke kracht van redeneering en staafde haar geloof in Christus met zulke overtuiging, dat zij haar tegenstanders niet alleen overwon, maar zelfs velen hunner tot Christus bekeerde.
Maximinus, woedend over dien uitslag van het pleit, waarvan hij zich zulk een wraakgierige voldoening beloofd had, gebood dat de nieuwbekeerden in de vlammen zouden geworpen worden, terwijl Catharina tot de foltering van het rad veroordeeld werd. Dit rad was eigenlijk een foltertuig, bestaande uit verschillende raderen, die met scherpe punten waren bezet. Maar toen de heilige martelares daarop was vastgebonden en men de raderen in beweging wilde brengen om haar jeugdig lichaam te verscheuren, braken de touwen op wonderdadige wijs, zoodat Catharina ongedeerd bleef. Ten laatste gebood de tiran, haar het hoofd af te slaan.
Toen omstreeks de achtste eeuw de Christenen van Egypte onder het wreede juk der Saracenen zuchtten, hadden zij het geluk het lichaam der H. Catharina te ontdekken. Het werd overgebracht naar het klooster, dat de H. Helena had doen bouwen op den berg Sinaï en dat sedert door keizer Justinianus aanmerkelijk was vergroot en verfraaid.
Hieraan dankt de legende haar oorsprong, volgens welke het lichaam der heilige martelares door engelen naar den top van den berg Sinaï zou overgebracht zijn. In de kerk op den berg Sinaï wordt thans nog het grootste deel der overblijfselen van de H. Catharina bewaard.
Om haar buitengewone wijsheid en wetenschap wordt de H. Catharina van de overoude tijden af vereerd als de beschermheilige der scholen en als het toonbeeld der christelijke geleerden.
Tijdens de kruistochten werd de vereering der H. Catharina naar het Westen overgebracht en nam daar al spoedig een hooge vlucht, dank aan de vele wonderen en genadebewijzen, op haar voorbede van den hemel verkregen. De christelijke kunst schiep er behagen in haar door de bevalligste scheppingen te vereeuwigen: Fra Angelico, Masaccio, Albrecht Dürer en Laurati wedijverden om haar in de liefelijkste trekken af te malen.
Onze afbeelding naar de schilderij van den Italiaanschen meester Lippo mag zeker tot de fraaiste gerekend worden.
Zij was, zooals men weet, een der geliefkoosde beschermheiligen van Jeanne d'Arc, aan wie zij het zwaard aanwees, met vijf kruisen geteekend, dat in de kerk van Tours achter het altaar begraven was.
Ook in ons vaderland werd de H. Catharina van ouds hoog vereerd, getuigen de vele kerken onder haar aanroeping gewijd en de vele personen, die haar naam dragen.