De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBij de Platen.Geweldige jagers. -Al beoefenen deze jagers de jacht niet voor eigen rekening, men hoeft niet te vragen of zij er zich ook met lust en ijver op toeleggen. Niet de begeerte naar buit drijft hen, 't is echte, pure jachtlust. De jacht is hun lust en leven. Gelukkig de jager, die een paar dergelijke helpers in zijn dienst heeft! Maar ook voor den kalmen toeschouwer is het een genot, de prachtige beesten te zien. Zie eens die schrandere koppen, die lenige buigingen van het lijf, die glanzende, sierlijk geteekende huid, die levendig opgewipte staarten. 't Is het sprekendste beeld van den jachtlust, dat de bekende dierenteekenaar Specht ons hier in volle levenspracht te aanschouwen geeft. | |
Karel van Anjou te Bordeaux. -Het was op den 1n Juni 1283. Geheel Bordeaux verkeerde in een toestand van opgewondenheid, want op dien dag zou daar het tweegevecht gehouden worden, waartoe Karel van Anjou zijn verbitterden tegenstander, den zegevierenden Pedro III van Arragon, had uitgedaagd. De aanleiding tot dit merkwaardig duel was de volgende. Karel van Anjou, een broeder van den Franschen koning Lodewijk IX den Heilige, wist, gebruik makend van de verwarring, in Italië gesticht door de veete tusschen Welfen en Gibellijnen, de koningskroon van Napels en Sicilië te verwerven. Nadat koning Manfredo in 1266 den dood had gevonden in den slag bij Benevento, en Konradijn, de laatste der Hohenstaufen, in 1268 te Napels was terechtgesteld, was Karel onbeperkt meester van het land, dat hij met ijzeren vuist regeerde. Op het eiland Sicilië stak weldra de ontevredenheid het hoofd op, en toen Karel, die, als eenmaal de Noorman Robert Guiscard, van een verovering van Byzantium droomde, het volk steeds zwaarder lasten oplegde, brak | |
[pagina 248]
| |
in 1282 een oproer uit, in de geschiedenis onder den naam van Siciliaansche Vesper bekend, dat te Palermo begon en zich over het geheele eiland uitbreidde. Een poging van Karel om den opstand te dempen, stuitte af op den heldhaftigen tegenstand van Messina. Pedro III van Arragon, in de vrouwelijke linie een afstammeling van het geslacht der Hohenstaufen, werd nu door de Sicilianen als hun koning gehuldigd. Karel van Anjou daagde thans den Arragonees uit tot een tweegevecht, waarbij persoonlijke dapperheid over de heerschappij in Italië zou beslissen. Pedro III nam de uitnoodiging aan en twaalf ridders stelden als scheidsrechters de voorwaarden vast, terwijl Bordeaux als de kampplaats werd aangewezen. Ieder der beide strijders mocht honderd ridders meebrengen.
het beeld der h. gertrudis op de gertraudtenbrücke te berlijn.
Karel begaf zich het eerst naar Bordeaux, om, zooals hij voorgaf, alle maatregelen te nemen, opdat het steekspel zoo schitterend mogelijk zou plaats hebben. Maar in werkelijkheid beoogde hij heel iets anders, waaromtrent Pedro van Arragon gelukkig bijtijds werd ingelicht. Toen de laatste van Sicilië naar Arragon kwam, vernam hij, dat Karel in het geheim een leger bij Bordeaux had verzameld en op verraad zon. Ten einde zijn woord niet te breken, begaf Pedro zich, door drie ridders vergezeld, verkleed op weg, overtuigde zich zelf van het tegen hem gesmede verraad, liet door den kamprechter, aan wien hij zich bekend maakte, constateeren, dat hij te Bordeaux geweest was en keerde toen naar Sicilië terug. Karel, die dit te weten kwam, liet hem nazetten, maar zonder gevolg. Om voor den uiterlijken schijn zijn recht te handhaven, bleef hij den geheelen dag van 's morgens tot 's avonds op de voor het tweegevecht bestemde plaats. Maar hoe hij ook wachtte, Pedro verscheen niet. Met ontzetting waren de ridderlijke toeschouwers er getuige van, hoe koning Karel, een mooie, sombere, bleeke man - hij moet nooit in zijn leven gelachen hebben - op dit tornooiveld in machtelooze woede heen en weer galoppeerde. Aangrijpend is de schildering, waardoor de Italiaansche kunstenaar dat tooneel vereeuwigd heeft en die in dit nummer is weergegeven. | |
Het beeld der H. Gertrudis op de Gertraudtenbrücke te Berlijn. -Den lezer zal het allicht bevreemden, het beeld dezer beminnelijke Nederlandsche heilige, aan wie de stad Geertruidenberg haar naam te danken heeft, te zien prijken op een brug in het groote Berlijn. Hij moet dan weten dat in den ouden tijd, ter plaatse, waar nu de Berlijnsche Spittelmarkt gelegen is, een klooster met kerkje heeft gestaan, dat aan de H. Gertrudis gewijd was. En naar haar verkreeg ook de nabijgelegen brug, waarover vanouds een druk verkeer was, den naam van Gertraudtenbrücke, dat is Geertruidenbrug. Over de H. Gertrudis zelf hoeven wij hier zeker niets te zeggen. De oude lezers der Belgische Illustratie herinneren zich dat zij de heldin was van het historisch verhaal Maagdepalmen in den 18en jaargang van dit tijdschrift. Zij was de dochter van Pepijn van Landen, werd in 626 geboren en stierf in 659. Zij stichtte Geertruidenberg en is vooral beroemd als abdis van het klooster te Nijvel, waar zij bij haar leven reeds door de geloovigen als een toonbeeld van alle deugden werd vereerd. Vooral haar goedheid en barmhartigheid werden wijd en zijd geprezen. Geen arme ging zonder aalmoes, geen hongerige of dorstende ongespijsd of ongelaafd van haar deur. Volgens de legende, bevrijdde zij door haar gebed de akkers van de plaag der veldmuizen. Bijzonder gold zij als beschermheilige der reizigers en zwervelingen en in de middeleeuwen dronk men elkander dan ook bij het afscheidnemen St. Geerten minne toe om den vertrekkende in de hoede der H. Gertrudis aan te bevelen. Wie dit alles in bijzonderheden lezen wil, verwijzen we naar het bovengenoemde verhaal, dat sedert ook afzonderlijk als boek verschenen is.Ga naar voetnoot1 Het beeld der patrones van reizenden en trekkenden prijkte sinds overoude tijden op de brug, die dagelijks door duizenden betreden werd. Thans nu van jaar tot jaar een stuk van het oude Berlijn verdwijnt om voor de eischen van het drukke hedendaagsche verkeer plaats te maken, is men er op loffelijke wijze op bedacht, bij de versiering van nieuwe bouwwerken de herinnering aan het verleden levendig te houden. De oude Gertraudtenbrucke was niet meer voldoende voor den geweldigen stroom van menschen en voertuigen, die gestadig van den Alexandersplatz en de westelijke deelen der stad over den Spittelmarkt heen en weer golft. In haar plaats is voor eenige jaren een nieuwe, grootere brug aangelegd. Heele rijen huizen moesten voor den grond worden geworpen om de straat te verbreeden, en men verzuimde niet de nieuwe brug evenals de oude weer te versieren met het beeld der eerbiedwaardige beschermheilige. Met minzamen glimlach ziet de H. Gertrudis neer op het druk gewoel van menschen en paarden, van trams en omnibussen, van huurkoetsen en equipages. De meesterhand van Siemering heeft ze daar in steen vereeuwigd. De prachtige groep, die wij den lezer, ter gelegenheid van Gertrudis' feestdag (15 Nov.) in dit nummer onder de oogen brengen, kroont het middelstuk van de noordelijke brugleuning. De heilige is afgebeeld in het kleed eener abdis uit de zevende eeuw. Een uitgeputte zwervende knaap heeft bij haar lafenis gezocht en gevonden. Zij biedt hem den welkomstdronk, dien hij aan de lippen brengt, terwijl hij de linkerknie buigt voor de heilige weldoenster. Zijn wambuis, de versleten schoenen, de knoestige stok, de oude met een veer gesierde hoed zijn met groote natuurwaarheid weergegeven. Een humoristische trek wordt in het geheel gebracht door de gans, die, de hemel weet hoe, in het bezit van den zwerver geraakt is en nu van het oogenblik gebruik denkt te maken om te ontvluchten, waarin zij echter door het touw aan den poot weerhouden wordt. De vele muizen, die als versiering zijn aangebracht, zijn bedoeld als een zinspeling op de bovenbedoelde legende. De groep is ongeveer drie meter hoog en te Lauchhammer voortreffelijk in brons gegoten. Prof. Siemering heeft daar ter plaatse zelf het wassen model vervaardigd en is bij het gieten tegenwoordig geweest, zoodat bij de reproductie het origineel in al zijn zuiverheid bewaard bleef. Het monument is een waar sieraad voor de hoofdstad van het Duitsche rijk. |
|