Bij de Platen.
Aan den eendenvijver. -
Niemand onzer lezers, die dit bevallige tafereeltje beschouwt, zou zeker zeggen dat de kunstenaar, die dit zoo meesterlijk op het doek bracht, tot zijn vijf-en-twintigste jaar den hamer van den hoefsmid heeft gehanteerd. En toch is het zoo. Hubert Salentin, de schilder van het keurige genrestukje, waarnaar onze gravure vervaardigd is, behoort tot die kunstenaars, welke zich door eigen kracht hebben opgewerkt uit omstandigheden, die hen geheel niet bestemden voor de loopbaan, die zij later met roem zouden betreden.
In het jaar 1822 te Zulpich uit eenvoudige landelijke ouders geboren, was hij tot zijn vijf-en-twintigste jaar als hoefsmid werkzaam, ofschoon hij in zijn vrije uren het hem aangeboren talent met liefde ontwikkelde. Op dien leeftijd dreef zijn neiging tot de schilderkunst en het succes, dat hij met zijn penseelproeven behaalde, hem er eindelijk toe, het aanbeeld met den ezel en den smidshamer met palet en penseel te verwisselen, en aldus een tegenhanger te leveren op de geschiedenis van den beroemden Quinten Matsijs.
Sedert het jaar 1850, omstreeks welken tijd hij zich in het openbaar als schilder deed kennen, is hij allengs tot den lievelingsmeester geworden vooral van de Duitsche huiskamer. De meeste van zijn aantrekkelijke schilderijen hebben betrekking op het volksleven der Rijnlanden. Beroemd vooral is zijn tafereel ‘Bedevaartgangers in de kapel,’ dat de Berlijnsche Nationalgalerie tot sieraad strekt.
Het proefje van Salentin's kunst, dat wij onzen lezers in dit nummer aanbieden, zal hun stellig geen ongunstig denkbeeld geven van zijn beminnelijk talent.