De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet Kremlin te Moskou.Wat voor Athene de Akropolis en voor Rome het Capitool was, dat is voor Moskou en heel Rusland het Kremlin. Hier staat om zoo te zeggen de wieg des rijks, hier is het brandpunt, waarin alle historische herinneringen samenkomen; hier is de bron van den stroom, die in zijn loop zoovele volken in zich opnam; hier worden de heiligdommen der natie bewaard, de gedenkteekenen harer overwinningen en nederlagen, van haar luister en haar jammeren; hier heeft de schismatieke godsdienst zijn meest geheiligde altaren; hier zijn de schatkamers, waar de kleinoodiën des rijks en de zinnebeelden zijner macht berusten. Zelfs in de topographie van het Kremlin en van het oudste deel van Rome, dat het Capitool en het Forum Romanum insloot, is een treffende overeenstemming. Gelijk de Tiber de hoogte, waarop Rome ontstond, in een halven kring omgaf, zoo wordt ook de heuvel van het Kremlin door de Moskowa ingesloten, en gelijk daar de beide hoofdmachten van het volksleven, de staatkundige en de kerkelijke, haar zetel opsloegen, zoo bouwden hier de czaren en de metropolieten naast elkander hun paleizen en kerken. Op den Capitolijnschen heuvel stonden de tempels van Jupiter, Juno en Minerva dicht aan elkander; in het Kremlin vormen verscheidene kerken en kloosters een ontzaglijke groep. En gelijk op den top van den Capitolijnschen heuvel het huis van Romulus, Romes stichter, stond, zoo is ook op de heuvelspits van het Kremlin het oudste gebouw van Moskou, de eerste kern der machtige czarenstad te zien. In dat deel van het oude Rome bouwde Augustus zijn palatium, Tiberius zijn kasteel, Nero zijn Gouden Huis; hier stichtten Iwan Wassiliewitsj, Alexei, Elisabeth en Nicolaas hun paleizen en bouwde Catharina haar gouden slot, dat niet minder dan honderd millioen roebels gekost had, toen de dood de keizerin uit het midden harer pracht wegrukte. Gelijk drie toegangen voerden naar het Capitool, zoo is ook het Kremlin door die poorten te bereiken, die alle drie aan de schutspatronen des lands zijn gewijd. De eene daarvan draagt in een nis het overoude Christusbeeld van Smolensk, in een lijst van zuiver goud. Het is de Heilige Poort, overeenkomend met de Porta sacra van het oude Rome en waaronder niemand, ook de czaar met, met gedekten hoofde mag doorgaan. Evenals het aloude Capitool is het Kremlin van Moskou te gelijk een machtige sterkte, tegen wier hechte muren in den loop der eeuwen Tartaren, Polen en Franschen storm liepen, dikwijls niet zonder gelukkig gevolg, maar toch altijd zonder het vurig begeerde eindresultaat. Geen wonder dat de naam alleen van het Kremlin een tooverwoord is, waarbij de vaderlandsliefde en nationale trots der Russen ten top stijgt. Ofschoon wij in ons vorig nummer, naar annleiding der kroningsfeestelijkheden, reeds het een en ander omtrent den eeuwenheugenden czarenburcht aanstipten, meenen wij toch hier nog in eenige nadere bijzonderheden te mogen treden. Geen punt in de nabijheid van het Kremlin biedt beter gelegenheid om heel de fabelachtige pracht der torens en koepels met éénen blik te overzien dan de zuidelijke oever der Moskowa. Boven den breeden waterspiegel van den stroom, de schitterende kaden en de hooge brug rijzen de witte muren van het Kremlin uit, met hun middeleeuwsche en deels zuiver gothische muurtorens, die grootendeels onder de regeering van Iwan III Wassiliewitsj tegen het einde der vijftiende eeuw werden opgetrokken. Muren en torens zijn van tinnen en schietgaten voorzien en hun sterkte wekt onmiddellijk de overtuiging dat zij ter beveiliging van de grootste heiligdommen en historische reliquieën der natie werden gebouwd. Binnen dezen hechten ringmuur verheffen zich de gebouwen, aan wier stichting en versiering zeven eeuwen gearbeid hebben. Op den voorgrond ziet men de gouden koepels der prachtige kathedralen van Maria Boodschap en Maria Hemelvaart, die van den aartsengel Michael en de talrijke andere kerken en kloosters, waaronder de elf koepels der kerk des Verlossers achter gouden traliewerk en de acht donkerblauwe en gouden koepels van het Tsjoedowa-klooster al de overige in glans overstralen. In het midden dezer groep van kerken en schitterende koepels streeft, machtiger dan alle andere, de slanke klokkentoren van Iwan Weliki met zijn zonderlingen uivormigen koepel en zijn hoog kruis ten hemel en vormt van dezen kant ook ongeveer het middelpunt der geheele verwarde massa van gebouwen en torens, waaronder de overblijfselen van het kolossale oude czarenpaleis bijna verdwijnen, terwijl maar ternauwernood het nieuwe keizerlijk paleis en het Tsjoedowa-klooster zich, even vertoonen. De achtergrond dezer kerken, kloosters en paleizen wordt gevormd door de koepels en daken der reusachtige gebouwen aan de noordzijde van het Kremlin: den senaat en het oude en nieuwe arsenaal, waarboven overal nog de slanke gothische muurtorens der noord westzijde van den ringmuur uitsteken. Maken alleen de bouwvormen, door hun gedrongenheid en deels barokken stijl, een wonderlijken indruk, deze wordt tot in het fantastische verhoogd door de oogverblindende kleuren, die op de veelsoortigste wijze en in de schrilste tegenstellingen aan de gebouwen van het Kremlin verkwist zijn. Gelijk zeven eeuwen zich hier in haar bouwvormen uitputten, zoo zijn ook de zeven kleuren van den regenboog planloos over deze planlooze groepen van torens en paleizen uitgestort. Op vele punten zijn de tegenstellingen door de werking van den tijd verzacht; maar tegen de donkere torens en het vergrijsde muurwerk steken de verblindend witte steenmassa's der dicht naast elkander staande latere gebouwen en vernieuwingen nog des te barokker af. Wil men alle maat overschrijden en de geweldigste effecten teweegbrengen, dan levert het Kremlin een onovertrefbaar voorbeeld. Kerken met witte wanden, vuurrood geverfde pilasters, bogen en friezen, met schitterend groene daken en lazuurblauwe of blinkend vergulde koepels zijn hier nog maar eenvoudig. Zelfs afgezien van het dichte woud van torens, waarmee de stad Moskou het Kremlin aan beide zijden tot in het onafzienbare omringt, zal er moeilijk een plek in Europa zijn, die zulk een schouwspel kan aan wijzen. In de rijke verscheidenheid en grillige samenstelling der bouwvormen schijnt het Kremlin toch al de pracht van het oosten te overtreffen. Dat komt wijl Europa en Azië hier elkander de hand reiken om een tooverwereld te scheppen, die nergens haar gelijke heeft. Europa en Azië hebben beide tot het Kremlin hun bouwstoffen en bijdragen geleverd, en geen volk, dat met de aloude czarenmacht kennis maakte, of het heeft zijn schatting moeten leveren. Aan een en hetzelfde gebouw rust op Byzantijnsche bogen een gothisch Duitsch dak; boven den Mongoolschen koepel verheft zich de Turksche halve maan en Grieksche zuilen staan doelloos voor een wand, die overladen is met al de smakelooze krullen uit den pruikenstijl der eeuw van Lodewijk XIV. Alleen in de samenvoeging en versmelting van de meest verschillende vreemde elementen, en in de pracht en schrille tegenstelling der kleuren, waardoor men ook de barokste samenstellingen den schijn van een gemeenschappelijke, bonte eenheid heeft weten te geven, ligt een richting aangeduid, die in deze beslistheid bij geen ander Europeesch volk is aan te treffen. De drie hoofdpoorten, waardoor men in het Kremlin binnendringt, zijn in zekere eenheid van | |
[pagina 79]
| |
stijl opgetrokken. De oudste, in 1491 gebouwd, is die van den H. Nicolaas en met het beeld van dezen heilige gesierd. Tijdens den grooten brand van 1812 kwamen de vlammen niet verder dan dit beeld, hetgeen door de Russen als een wonder beschouwd en door een opschrift vereeuwigd werd. Deze poort leidt naar de gebouwen, die meer bijzonder de grootheid en de krijgsmacht des rijks verkondigen, de paleizen en het arsenaal. Het gedeelte, dat het Oude Paleis genoemd wordt en tot Iwan den Groote opklimt, is een gebouw in Byzantijnschen stijl met verscheidene groote zalen van een streng en somber aanzien, een ruime eetzaal en talrijke kapellen. Men ziet er de verschillende vertrekken der vroegere czarinnen en de roode trap, waarlangs, bij plechtige gelegenheden, zooals de kroning, de czaar zich naar de naburige kerk van Maria Hemelvaart begeeft. Langs die trap drong ook Napoleon, toen hij zich meester van Moskou waande, het paleis der oude czaren binnen. In dit Oude Paleis is ook de zaal, waar de keizer na zijn kroning bezit neemt van den Russischen troon en waar hij den adel een feestmaal aanbiedt. De vreeselijke drama's, in den loop der eeuwen in dit paleis afgespeeld, verbinden daaraan de somberste herinneringen. Het Nieuwe Paleis werd gesticht door czaar Nicolaas I en mag een waarlijk keizerlijke residentie heeten. Zijn talrijke zalen en vertrekken zijn prachtig versierd. Vier er van zijn gewijd aan de verschillende Russische ridderorden, als: de militaire orde van den H. Andreas, door Peter den Groote gesticht; die van den H. Alexander Nefski, door zijn weduwe Catharina I in het leven geroepen ter belooning van talenten en verdiensten van verschillenden aard; die van St. Joris, door Catharina de Groote gesticht en bestemd voor de generaals, die een veldslag gewonnen hebben, en eindelijk de orde der H. Catharina, die alleen door de czarin wordt toegekend. De zaal van St. Joris is de mooiste; de namen van al de ridders zijn er in gouden letters op de muren geschreven. In de St.-Andreas-zaal staat de troon des keizers, terwijl de muren met de wapens van al de gewesten des rijks zijn versierd. Iets heel merkwaardigs in dit nieuwe paleis is de eetzaal, versierd met een prachtig wandtapijt, voorstellende de geschiedenis van Don Quixote. Eindelijk ook de schilderijengalerij, die wel niet vergeleken kan worden met die der Eremitage van St.-Petersburg, maar toch talrijke meesterstukken van Rafael, Correggio, Guido Reni enz. bevat. De schatkamer van het paleis bestaat uit verscheiden zalen, opgevuld met kostbaarheden, die bij de vaderlandlievende en godsdienstige Russen in hooge vereering zijn. Daaronder merkt men bijvoorbeeld op een wereldbol, geheel bezet met edelgesteenten, een geschenk van de Byzantijnsche keizers Basilius en Constantinus aan Wladimir den Groote, die, zooals wij in den vorigen jaargang verhaald hebben, met hun zuster gehuwd was.Ga naar voetnoot1) Bij dit geschenk was gevoegd een kroon, een snoer kostbare parelen en een troonstoel met een deel van het heilig Kruis. Zooals onze lezers zich herinneren, was de voor waarde tot dit huwelijk de bekeering van Wladimir tot het Christendom en dagteekent van hem de bekeering van geheel Rusland. In dezelfde zaal vindt men ook den ivoren troon, door Sophia Paleologa uit Constantinopel meegebracht bij gelegenheid van haar huwelijk met Iwan den Groote. Het is dezelfde, die in 1856 voor de kroning van Alexander II gediend heeft en nu waarschijnlijk weer bij de kroning van zijn kleinzoon heeft dienst gedaan. Niet ver daarvandaan schittert de kroon van het Tartaarsche koninkrijk Kazan en in een andere zaal heeft men den troon geplaatst, uit het koninklijk paleis van Warschau afkomstig. Het kostbaarst is de troon van Alexis, den vader van Iwan en Peter I; deze is versierd met niet minder dan achthonderd diamanten en duizend robijnen. Er staat een klein verguld troontje bij, dat gediend heeft voor de kroning zijner beide jonge zonen en waarachter een gordijn was aangebracht, dat hun zuster Sophia, die hun de antwoorden voorzei, maskeeren moest. In verscheidene kamers heeft men groote kleerkasten aangebracht, waar de gewaden en kleinoodiën bewaard worden, door de verschillende czaren en czarinnen gedragen. Het opmerkelijkste daarbij zijn de groote laarzen van czaar Peter, ‘waarin de waardige keizer zelf een paar flinke spijkers sloeg als de hak van de zool dreigde los te laten.’Ga naar voetnoot1) Als het niet waar is, is het toch heel waarschijnlijk, in aanmerking genomen de gewoonten en het karakter van den vorst. Onder de ontelbare rijkdommen der Moskousche schatkamer, als kleinoodiën, opschik, pronkwapenen, gouden en zilveren vaten, moet nog genoemd worden een geciseleerde schotel van Benvenuto Cellini van de voortreffelijkste bewerking. Ondoenlijk zou het zijn de portretten op te sommen, die overal in het rond hangen, en dus zullen we onze korte aanstipping maar besluiten met een vermelding der koetsen van het oude Moscovitische hof, wier merkwaardige gedaanteveranderingen men in een der lage zalen van het gebouw volgen kan.
de kathedraal van maria hemelvaart te moskou, waar de keizer gekroond is.
Het Kremlin bevat ook nog een tuighuis, waarin een groote menigte kanonnen zijn aangebracht, die indertijd op den vijand werden buitgemaakt, o.a. die, welke door de Franschen werden achtergelaten bij hun rampspoedigen aftocht uit Moskou. Aan den ingang ligt een ontzaglijk stuk geschut, waarbij zelfs de Kruppkanonnen maar een poover figuur moeten maken. Maar deze ‘keizer der kanonnen,’ zooals het genoemd wordt, is eenvoudig een pronkstuk en heeft nooit gediend. Een ander monster (in dubbelen zin) van Russische gietkunst ligt niet ver daarvandaan, op het kathedralenplein van het Kremlin. Het is de reuzenklok, die aan den voet van den toren van Iwan Weliki ligt en die de grootste is, die ooit gegoten werd. Bij haar val uit den toren drong ze door haar zwaarte zoo diep in den bodem, dat ze eerst vele jaren later met groote moeite kon opgegraven worden en er voorloopig niet aan te denken valt, ze weer in den toren te hangen. Er was bij den val een stuk uitgebroken, dat er nu nog naast ligt. Eerst in den laatsten tijd is men er op bedacht geweest, den oorsprong dezer klok uit te vorschen en de fraaie bas-reliefs, waarmee ze versierd is, te bestudeeren. Opmerkelijker wijze heeft deze studie de Russen er toe gebracht, zich rekenschap te geven van hun nationale kunst, zoodat die klok ongeveer voor Rusland geworden is, wat de dom van Keulen was voor Duitschland: een aanleiding tot herleving van den nationalen kunstzin. Zoo zijn wij, door de vermelding der genoemde klok, opeens van het ongewijde tot het kerkelijke deel van het Kremlin gekomen. Hiertoe geeft anders de poort van den H. Verlosser toegang, waarvan wij reeds spraken en die bijzonder rijk versierd is. Vóór deze Heilige Poort werden vroeger de misdadigers ter dood gebracht en had ook de vreeselijke slachting der Strelitzen plaats, die in een ontzaglijken bloedplas heel dit corps gevaarlijke janitsaren deed ondergaan. In plaats van hakblok, gebruikte men daarbij een langen balk, waarop de hoofden bij twintigen te gelijk werden afgehouwen. Czaar Peter dwong zijn voornaamste Bojaren aan die schrikkelijke executie deel te nemen en hij zelf, zoo verzekert men, sloeg met eigen hand vier en tachtig dier oproerige soldaten het hoofd af. Van de talrijke kerken, die het kathedralenplein omgeven, is de eerste in rang de kerk van Maria Hemelvaart, in dit nummer afgebeeld, zijnde de patriarchale kerk, waar alleen de patriarch de hoogmis opdraagt en waar ook de keizer gekroond wordt. Sommigen houden deze kerk voor de oudste, die in Rusland van steen gebouwd is, en in elk geval kan ze op een eerbiedwaardigen ouderdom bogen, te oordeelen naar de vier massieve en werkelijk ontzaglijke pilaren, die het gewelf schragen en bijna een derde der ruimte van het nauwe schip innemen. Zooals onze afbeelding doet zien, is het een vierhoekig gebouw met een hoogen blaasvormigen koepel, die door vier kleinere van gelijken vorm omgeven is. Haar uiterlijk wijkt ver af van de voorstelling, die wij ons van een kathedraal maken; want wij denken daarbij aan ruime, lichte hallen, door zuilen gedragen, aan een gebouw, dat door de verhevenheid zijner lijnen en den edelen eenvoud zijner versiering de ziel stemt tot vroom opstreven ten hemel. Maar aan zulk een opvatting beantwoordt een Russische kerk niet; daar moet alles nauw en hokkerig zijn en bij iedere schrede zich een kapelletje, een nis met een schilderij of beeld en allerlei verguld en bontgekleurd snijwerk voordoen. | |
[pagina 80]
| |
Inwendig is de kerk, gewelf en pijlers inbegrepen, van onder tot boven verguld en met ontelbare voorstellingen uit de H. Schrift en de levens der heiligen beschilderd. Die fresco's, ofschoon om hun ouderdom en hoogst eigenaardig karakter voor den kunstkenner zeer merkwaardig, zijn in het oog van den gewonen leek niet veel meer dan caricaturen; de gezichten staren den beschouwer van uit het berookte verguldsel zoo fantastisch aan, dat men zich eerder in een pandemonium dan in een Godshuis zou wanen. Tot groot verdriet der Russen hebben de Franschen, in hun pogingen om het goud van de wanden te krabben, vele dier schilderingen leelijk beschadigd.
de kathedraal van maria bijstand te moskou.
De geestelijkheid verzocht, toen Napoleon het Kremlin verliet, als gunst van hem een geschreven bewijs omtrent het geroofde en hij gaf lachend een quitantie over 12.800 pond zilver en 720 pond goud. Toch kon de kerk zich nog over het geroofde troosten als zij het geredde beschouwde. Zoo bezit zij bij voorbeeld nog een berg Sinal van zuiver goud, waarop een Mozes staat, schitterend van edelgesteenten als een grootvizier in gala. Dit prachtstuk is een geschenk van Potemkin. Ook de schatkamers, van wier bestaan de Franschen niets vernamen, werden door hen gespaard. Het zijn een rij kleine, in den muur verborgen vertrekken, waar men in vijftig kasten de geschenken der Russische monarchen en grooten bewaart. Hun waarde loopt in de millioenen. Van rijkdom gesproken, kunnen we niet nalaten onder de verschillende kathedralen van het Kremlin nog even aan te stippen de kleine kerk van Maria Boodschap, die zoowel van buiten als van binnen één ontzaglijk juweelkoffertje schijnt. Niet alleen zijn wanden en pijlers geheel verguld, maar letterlijk bedekt met schilderijen, kruisen en kleinoodiën van goud en edelgesteenten, door de czaren en grootvorsten hier in den loop der eeuwen geofferd. De popen hebben deze schatten voor de roofzucht der Frans hen weten te beveiligen door ze tijdig weg te voeren. De vloer dezer kleine kerk is met geslepen kostbare steenen, agaat, jaspis, amethyst enz. ingelegd. Een andere merkwaardige kerk van het Kremlin is de kathedraal van den H. Michael, waar de czaren begraven liggen. Langs de wanden staan de sarcophagen en daarnaast hun standbeelden als moesten de schimmen het lijk bewaren. Het zijn meestal gruwzame gestalten, echte tirannentypen, en als de vervaarlijkste daaronder wijst de gids den man aan, die zijn eigen zoon ombracht, Iwan den Verschrikkelijke. Toch staat op het deksel van zijn sarcophaag in gouden letters te lezen; ‘Hier ligt en ontsliep zalig in den Heer de geloovige en christelijke Heer Heer Iwan’ enz. en dicht daarbij ligt zijn vermoorde zoon, als was er bij hun leven niets dan liefs en goeds tusschen hen geweest. Als een opmerkelijk staaltje van Russischen kerkbouw geven wij ten slotte in dit nummer een afbeelding van de kathedraal van Maria Bijstand, die wel niet meer tot het eigenlijke Kremlin behoort, maar toch in de onmiddellijke nabijheid ligt. Ze werd op bevel van Iwan den Verschrikkelijke gebouwd en tegen het einde der zestiende eeuw voltooid. Het buitengewoon groteske gebouw met zijn elf koepels, alle verschillend in vorm en kleur, is wel de meest curieuze afdwaling van den smaak, die ooit gezien is, maar komt den Russen voor als het hoogste wat de menschelijke kunst ooit heeft voortgebracht. Marmier geeft er in zijn Lettres sur la Russie de volgende geestige teekening van; ‘De eene koepel lijkt op een afgeknotten klokketoren, de andere is spits en slank, een derde gedraaid als een tulband, een vierde uitgekarteld als een artisjok, een vijfde versierd met drie rijen afgeronde steenen, een zesde met een bol bekroond als een van onze eerzame dorpstorens, en met een Grieksch kruis op een halve maan; al die koepels, al die veelkleurige torens zijn rood en blauw geverfd als de kralen van een rozenkrans. Men weet niet, als men deze kerk beschouwt, waar de hoofddeur is of het altaar of het schip, aan welken kant ze begint of waar ze eindigt.’ Er wordt getwist over de vraag of men Duitsch, dan wel Italiaansch werk te zien heeft in dit kunstgedrocht, dat met zijn wonderlijke koepels, zijn tot in het barbaarsche ontaarde renaissance-motieven, zijn vermenging van alle mogelijke vormen van gothiek, barokstijl en Oosterschen bouwtrant rechtaf de Byzantijnsche pronk in Aziatische verwildering vertoont, zooals Lübke het uitdrukt. Men verhaalt dat Iwan de Verschrikkelijke, die dit gebouw liet zetten ter herinnering aan de bemachtiging van Kazan, er zoo mee ingenomen was, dat hij, uit vrees dat de bouwmeester elders een tweede editie van dit prachtstuk het licht zou doen zien, eenvoudig gebood, hem de oogen uit te steken. Dit trekje doet de deur dicht als kenschetsing van de barbaarsche grootheid, waarvan het Kremlin de versteening is. |
|